Wegwijs in informatie, deel 4: Met onderzoek en overleg (nep)nieuws te lijf

woensdag 24 mei 2017

Het klinkt gek, maar misschien moeten we blij zijn met het verschijnsel nepnieuws. Want het was al veel langer zo dat je – als het gaat om het vinden van betrouwbare informatie – door de bomen het bos niet meer kan zien, en nepnieuws maakt het alleen maar urgenter om te leren op zoek te gaan naar informatie waar je wél wat aan hebt. Hoe leren we leerlingen op zoek te gaan het ‘juiste’ antwoord? Hoog tijd voor een methode om feit van mening en waar van onwaar te leren onderscheiden. In de methode die ik in dit artikel beschrijf, gaat niet één persoon maar een hele klas op onderzoek uit. Binnen een klas kunnen en zullen meningen sowieso verschillen, maar dat kan ook een pluspunt zijn. Zorg dat overleg even belangrijk is als onderzoek, en neem onderling respect als uitgangspunt en voorwaarde. Ik vertel je er graag meer over.

Dit artikel had ik al een tijdje op stapel staan; ik was blij verrast toen ik onlangs las dat het thema van Week van de Mediawijsheid 2017 is: ‘Generatie Media: samen mediawijs’. Ervaring met dit onderwerp heb ik, want afgelopen jaar heb ik voor de vijfde keer het project klassikaal zoeken met een onderbouw klas uitgevoerd. Het project was succesvol omdat de klas uiteindelijk met het juiste antwoord kwam op vragen waar de individuele leerlingen geen, of in ieder geval niet het juiste, antwoord op hadden.

nepnieuws

Illustratie: Roeland Smeets. Klik om te vergroten

Het belang van onderzoek en overleg

Het is een ongelijke strijd tussen één persoon en die ongelofelijke hoge berg informatie. Geen wonder dat je op gevoel een keuze maakt en daarin gaat geloven. En geloven –  het voetstoots aannemen van dingen – is zoiets als een huis bouwen op drijfzand. Je wilt je huis niet uit want het is jouw huis en over dat drijfzand wil je al helemaal niets horen. En zo werkt de filter- / informatiebubbel eigenlijk ook: het is makkelijk om vooral informatie te zien die jouw standpunt bevestigt, en de rest te negeren.

Ik pleit daarnaast voor meer menselijke inbreng – noem het gezond verstand – in het zoek- en verwerkproces. We hebben het tot nu toe over één persoon die op onderzoek uitgaat en die bediend wordt door Google, dat toch echt niet veel anders is dan een autistische butler die meent jou door en door te kennen. We kunnen zelf meer doen om bij de juiste informatie terecht te komen.

Nepnieuws

Nepnieuws bestaat vaak uit een opzettelijke leugen; als je daar een keihard feit tegenover stelt is het alsof je een lekkere popsong uit je hoofd probeert te krijgen door hardop uit een woordenboek voor te lezen. Het maakt niet uit hoe erg je je best doet, dat aanstekelijke nummer zal blijven terugkomen, aldus Jess Zimmerman.

Danah Boyd verwoordt het als volgt: “Het probleem met nepnieuws is dat we van de technologie verwachten dat die mensen kan verbinden, terwijl de technologie eerder verschillen van mening bloot zal leggen om niet te zeggen dat technologie verschillen van mening zelfs uitvergroot. Wat zou moeten gebeuren is dat verschillende meningen over een controversieel onderwerp meteen al aan bod komen, tegelijk met de presentatie van het onderwerp.”

Wat we wél weten

Allereerst is het goed te weten dat we hier tegenover een enorm probleem staan, dat gevaar oplevert voor de democratie want die kan niet zonder goed geïnformeerde, kritische burgers. In de VS heeft de Stanford Universiteit een heel uitgebreid onderzoek gewijd aan het gebrek aan een kritische houding bij scholieren en studenten, met alarmerende uitkomsten.

Wat kunnen we eraan doen? Hier staan heel zinnige voorbeelden voor fact-checkingsprojecten voor de onderbouw (10-11 jarigen) bij elkaar.

Ik heb zelf een beknopte toolkit gemaakt met daarin een aantal methodes (die ik nog niet eerder ben tegengekomen) om nepnieuws te ontmaskeren en een begrippenlijst en overzicht van binnen- en buitenlandse factcheckers. Handig om bijvoorbeeld in de klas te gebruiken bij het bespreken van nepnieuws.

Aan de slag met een klassikaal project

De uitgangspunten zijn als volgt:

  • De tiener heeft plezier in het denken en redeneren (Het Tienerbrein, blz. 157).
  • De tiener krijgt meer inzicht in eigen zoekvaardigheden als hij/zij die kan vergelijken met die van klas-/leeftijdsgenoten.
  • De docent (die een bepaalde klas goed kent), bedenkt het onderwerp.
  • Tijdens het project kunnen en mogen meningen verschillen, maar onderling respect is een absolute voorwaarde.

Het doel van het project is het in kaart brengen van een onderwerp waarover binnen een klas verschillend gedacht wordt. Het onderwerp kan enorm variëren, van dichtbij (veiligheid in de buurt) tot wereldwijd (klimaatverandering). Het kan natuurlijk ook door de klas zelf aangedragen worden, bijvoorbeeld iets uit het nieuws.

Het project gaat als volgt:

  • De eerste stap: de leerlingen krijgen een onderwerp van hun docent plus de vraag om voor dat onderwerp thuis zelf één of meer geschikte digitale bron(nen) te vinden.
  • Tijdens les één presenteren alle leerlingen een door hen zelf gevonden bron en vertellen kort waarom die geschikt is voor het project.
  • Tijdens les twee bespreken de leerlingen de gevonden bronnen en maken ze keuzes onder leiding van de docent ten aanzien van het verder werken aan een onderdeel van het hele project.
  • De docent/begeleider ziet er op toe dat de verschillende activiteiten uitmonden in één gezamenlijk werkstuk dat het hele onderwerp behandelt en waarin verschillende meningen aan de orde kunnen komen.

Conclusie

Ik stel voor dat er – naast het hierboven besproken project – dagelijks een moment op school komt waarop kleine en grote onderwerpen, die ook door de leerlingen aangedragen kunnen worden, besproken worden. Vroeger (en soms nu ook nog wel) was er zo’n moment van bezinning op school: het gebed. Ik stel voor dat er weer een vast moment komt: een ritueel dat ten doel heeft de klas handvatten te geven om kritische, goed geïnformeerde burgers te worden en hen daarmee te verankeren in de werkelijkheid.

Reacties 2

Laat een reactie achter

Vul je e-mailadres in om op de hoogte te blijven van reacties (je e-mailadres wordt niet gepubliceerd).

Reacties worden eerst goedgekeurd door de redactie.