Column – Wat weet Google eigenlijk over jou?

dinsdag 28 maart 2017

Zou je je ogen even dicht willen doen? Doe maar even… Probeer je nu eens te herinneren wat je in de afgelopen paar weken hebt ingetypt in de zoekmachine van Google. Er zijn natuurlijk mensen die inmiddels geen Google meer gebruiken om te zoeken, maar die wil ik vragen om even terug te denken aan de tijd dat je nog wel deed. Denk er echt even goed over na. Ok, heb je een beetje een beeld? Doe je ogen maar weer open. Dan wil ik de vraag stellen wat Google op basis van je zoekopdrachten allemaal over je zou kunnen weten.

Op woensdag 8 maart organiseerde LUX Nijmegen een verkiezingsdebat over privacy: Privacy Matters. Ik sprak daar deze column uit, over de toenemende rol van datagiganten in ons leven en wat dit zou kunnen betekenen voor onze democratie.

Google kent je beter dan je denkt

Ten eerste gebruik je natuurlijk een zoekmachine voor het opzoeken van de dingen die je nog niet weet. Zo weet Google misschien wel van welke woorden je de betekenis nog niet weet of waarvan je niet weet hoe je ze moet spellen. Je geeft ook je intentie door aan een zoekmachine, de dingen die je van plan bent te gaan doen. Dus waar je naartoe gaat op je volgende vakantie en of je op zoek bent naar ander werk. Als je net als ik bent, dan weet Google ook je naam. Die typ je immers in om te controleren wat het internet van je vindt. Google weet ook welke ziektes je hebt. Of, tenminste, welke symptomen je hebt. Die heb je immers ingevoerd om te checken wat dat rode vlekje zou kunnen zijn. Vermoedelijk heeft Google een aardig beeld van alle problemen die je hebt in je leven. Google weet ook wanneer je slaapt. Dat is namelijk het moment waarop je een aantal uur geen Google-diensten gebruikt.

Maar Google is natuurlijk niet alleen maar een zoekmachine. Het is tegenwoordig Google Maps die mijn route heeft bepaald van het station naar deze zaal. Ik denk daar zelf niet meer over na, maar laat Google dit voor me bepalen. Daarmee weet Google dus automatisch waar ik geweest ben. Als je een Android-telefoon hebt, dan is de kans groot dat Google zelfs permanent je locatie bijhoudt en dus precies weet waar je huis woont en hoe laat je meestal op je werk verschijnt.

En wist je dat meer dan de helft van alle e-mailtjes op de wereld beginnen of eindigen bij een Gmail-adres? Als jij een Gmail-adres hebt, dan kent Google de inhoud van al jouw mails. Voor velen van jullie zal Google ook jullie agenda beheren en staan misschien wel een groot aantal van je bestanden op de Google Drive. En hoeveel YouTube-filmpjes heb je eigenlijk gekeken in de afgelopen periode? Wist je, tot slot, dat van de één miljoen meest bezochte websites, meer dan de helft gebruik maakt van Google Analytics? Dat is een tool waarmee je als websitebouwer bij kunt houden hoeveel bezoekers je hebt en waar ze vandaan komen, maar het is ook een tool waarmee Google kan zien wie welke website wanneer bezoekt.

We kunnen dus veilig concluderen: Er zijn een heleboel manieren waarop Google mij beter kent dan dat ik mezelf ken.

Kennis is macht

De meesten van jullie zullen Google inmiddels toestemming hebben gegeven om al deze gegevens aan elkaar te koppelen en samen te voegen tot één profiel. Een profiel om advertenties te verkopen. Want meer dan 90% van de inkomsten van Google komen uit advertenties.

Oké Hans, zullen sommigen van jullie denken. So what?! Waarom is het een probleem als er een paar hele grote Amerikaanse bedrijven zijn die zoveel mogelijk data van ons verzamelen om daar dan advertenties bij te verkopen? Big deal.

Ik vind dat een kortzichtig perspectief. Kennis is namelijk macht. Facebook is daarvoor het makkelijkst te begrijpen voorbeeld. Facebook heeft net even wat andere data over mensen dan Google (ik ga je niet vragen om je ogen dicht te doen en te bedenken wat je allemaal met Facebook hebt gedeeld in de afgelopen dagen, you get the point). En ze hebben die data van 1,8 miljard (miljard!) gebruikers. Een aantal jaar geleden was er even een relletje over Facebook omdat ze in een experiment probeerden om emoties te manipuleren. Als we mensen treurige dingen tonen worden ze dan treurig, zeg maar. Facebook bleek dat inderdaad te kunnen doen. Er loopt op dit moment veel onderzoek naar de rol van Facebook in de meest recente Amerikaanse presidentsverkiezingen. Heeft de filterbubbel — die ontstaat omdat Facebook jou vooral de informatie wil tonen die ervoor zorgt dat je nét even wat langer door blijft scrollen, en daarbij doelbewust misbruik maakt van al jouw cognitieve beperkingen — ervoor gezorgd dat Trump verkozen kon worden? Tegelijkertijd wordt er op dit moment in de VS heftig gespeculeerd of Mark Zuckerberg, de eindbaas van Facebook, in de toekomst zich verkiesbaar zal stellen voor het presidentschap. Zelf twijfel ik er geen moment aan dat — als hij ervoor zou kiezen om het in te zetten — hij met zijn Facebook gereedschap in handen heeft waarmee hij gegarandeerd zou winnen. En dan heb ik het nog niet eens gehad over hoe triviaal het voor Facebook zou zijn om Trumps beruchte moslimregister te realiseren.

Volgens mij moeten we over deze ontwikkelingen een aantal belangrijke vragen stellen die zelden in het politieke debat aan de orde komen. Wat betekent het voor onze democratie als er bedrijven zijn die meer van ons weten dan wij (of onze overheid) over onszelf weten? Waar is de democratische controle op bedrijven als Google, Facebook, Apple, Microsoft en Amazon? Heel fundamenteel gaat het om de vraag of we zelf leven of dat we worden geleefd.

Dit artikel verscheen eerder op www.bof.nl. Licentie: CC BY-NC-SA 4.0

Reacties 2

Laat een reactie achter

Vul je e-mailadres in om op de hoogte te blijven van reacties (je e-mailadres wordt niet gepubliceerd).

Reacties worden eerst goedgekeurd door de redactie.