Wat kan corona ons leren over mediawijsheid?

donderdag 2 juli 2020

Dankzij de corona-crisis is ons leven in een digitale stroomversnelling terechtgekomen, wat heeft gezorgd voor een welkome verbetering van onze digitale vaardigheden. We zouden bijna van geluk kunnen spreken dat we tijdens deze thuisquarantaine gebruik kunnen maken van al deze mogelijkheden tot digitaal samenwerken, leren en contact houden. Dit is voor tieners misschien nog wel het meest het geval: voor hen is contact met leeftijdsgenoten van levensbelang.

Het is tijd voor een tussentijdse evaluatie: wat hebben we nu geleerd van onze ervaringen met media? Hoe gaan we die lessen vertalen naar beslissingen in de toekomst? Onderstaande bijdrage is in eerste instantie bedoeld voor scholen. Aan hen de taak om de mediawijsheid van leerlingen via het curriculum te bevorderen en ouders te ondersteunen in de mediaopvoeding.

Maar de toename van digitalisering brengt ook nadelige bij-effecten voort, nu en in de toekomst. Nu we weer voorzichtig vooruit kunnen kijken en ook het voortgezet onderwijs weer langzaam hervat mag worden in de scholen, is het tijd voor een gesprek. Met je collega-docenten, maar ook thuis. Wat hebben we geleerd? Wat is de impact van de digitalisering op ons leven en hoe we kritisch en bewust met digitale media omgaan? Zodat tieners niet alleen digitaal vaardiger, maar ook mediawijzer door deze tijd heenkomen.

#Mediawijsheid: welke aspecten zijn meer van belang sinds de crisis?

Mediawijsheid betekent voor ons: kritisch kijken naar, en grondig reflecteren op ons gebruik van digitale middelen. Zodat we die bewust kunnen inzetten voor onze ontwikkeling en welzijn, en dat van anderen. Zo hebben we het al in 2010 gedefinieerd, in ons Handboek Mediawijsheid op School, (Zwanenberg en Pardoen). Wij hebben er altijd de nadruk op gelegd dat wij als individu deel uitmaken van een groter verband, met bijbehorende zorg en verantwoordelijkheden. Het is belangrijk om te spreken over risico’s, maar juist ook over hoe we media kunnen inzetten voor onze persoonlijke doelen, maar ook voor doelen die groter zijn dan onszelf.

En kijk nu eens waar we in terechtgekomen zijn: wat een digitale overload tijdens de afgelopen paar maanden. En toch hebben de meesten van ons niet evenredig veel aandacht besteed aan het overdenken van de gevolgen. Laat staan dat we daar met leerlingen over gesproken hebben. En juist dat is belangrijk om mediawijs te worden: nadenken, reflecteren, oordelen, en keuzes maken op basis van die oordelen.

We zouden om zelf mediawijzer te worden, maar ook om jongeren hierin te begeleiden, dit moment juist kunnen aangrijpen om heel bewust te zoeken naar antwoorden op vragen als:

  • Welke aspecten van ons mediagebruik verdienen door de crisis extra aandacht?
  • Wat heeft het vele beeldschermgebruik ons gekost en wat heeft het ons opgeleverd?

We schetsen hieronder vier mediawijsheidthema’s, die wat ons betreft nu het meest urgent zijn: overmatige schermtijd, desinformatie overload, online oplichting en privacybewustzijn. We richten ons hier even op jonge tieners (12 – 16 jaar), want die hebben het nu het hardst nodig. Maar de vragen en inzichten zijn ook relevant voor jongere kinderen, oudere tieners en volwassenen.

1. #Schermtijd: het aanmoedigen van gezond schermgebruik en focus

Tijdens de coronacrisis zijn bestaande schermtijd-regels thuis enorm versoepeld. En dat is begrijpelijk. Ouders moeten ook thuiswerken en vanuit school wordt verwacht dat je vele uren per dag online lessen volgt en digitaal huiswerk maakt. Je mag je vrienden niet fysiek bezoeken en al je sociale verkeer en entertainment vindt ook online plaats. Toch moeten we het gesprek over de nadelige fysieke effecten van overmatig schermgebruik weer gaan voeren en stilstaan bij de vraag hoe je die effecten kunt verminderen.

Ons lichaam gedijt niet bij hele dagen achter het scherm: onze ogen gaan achteruit, we krijgen nek- en rugklachten en slapen slechter omdat we nog te lang aan het gamen of appen zijn. Het Oogfonds is zelfs een extra actie begonnen om niet te vergeten 20 seconden om je heen te kijken na elke 20 minuten achter het scherm.

mediawijsheid

Er zijn ook aanwijzingen dat veel videobellen een negatief effect heeft op onze gemoedstoestand. We zien ons eigen hoofd te veel, we hebben een soort ‘verstoord contact’, we voelen ons extra vermoeid door het digitale contact. Ons brein probeert de ‘gaten in onze waarneming’ die we ervaren door digitale bij-effecten zoals beeldruis, slechte verbinding, audio die niet in sync is, op te vullen en er weer een geheel van te maken. Dat kost extra energie. Het blijft zorgen voor een ongemakkelijk gevoel en moeite met helder nadenken.

Waar moeten we het over hebben met tieners?

  • Bespreek in welke mate tieners negatieve fysieke effecten hebben ervaren door de stijging in schermtijd. Wat hebben ze hiervan geleerd?
  • Praat over goede richtlijnen en afspraken voor het (her)vinden van een goede digitale balans: mobiel niet mee naar de slaapkamer, voldoende slapen, regelmatig pauze houden, voldoende naar buiten en offline activiteiten. Minderen van schermtijd thuis, als de school weer open gaat;
  • Help ze met lichaamsbewustzijn: bewust worden van je eigen lichaam en ademhaling terwijl je een scherm gebruikt en luisteren naar de signalen die je doorkrijgt;
  • Maak ze bewust van een effectieve inzet van digitale middelen om te leren, zoals door ‘monotasken’ in plaats van multitasken;
  • Hoe vind je een goede focus achter het scherm en hoe behoud je die? De mogelijke rol van ademhaling- en aandachtstraining, meditatie of mindfulness.
  • Tip: gebruik onze (gratis) mentorles over afleiding en focus.

2. #Desinformatie: het onderscheiden van echt en nep

De pandemie heeft wereldwijd ook tot een infodemie geleid, een zich digitaal verspreidend virus van nepnieuws via WhatsApp, TikTok, YouTube, Facebook, Instagram en Twitter.

Ook al nemen de grote platforms meer verantwoordelijkheid in het bestrijden van nepnieuws, toch zijn we overspoeld met hoaxes over 5G en corona, Bill Gates en verplichte vaccinaties voor iedereen en de meest vreemde middeltjes tegen het virus of haat richting ‘de ander’. Harry Hol maakt er in zijn kanaal op YouTube werk van om dit soort nepnieuws te debunken, zie ook zijn blogbijdrage op deze siteWaarom zien we deze enorme stijging in desinformatie? De een verdient er geld mee (via clicks of oplichting), de ander wil verdeeldheid zaaien en weer een ander vindt het gewoon leuk om te stoken (trollen).

Maar zien tieners het niet meteen als iets nep is of grote onzin? Helaas niet. Ze lijken soms vrij mediawijs, maar meestal zijn ze heel slecht in het onderscheiden van wat nep en echt is online. Je hebt daar niet alleen kritische denkvaardigheid voor nodig, maar ook flink wat kennis van de wereld. Beide zijn bij tieners nog niet optimaal ontwikkeld en je hebt er onderwijs voor nodig. Ondertussen wordt desinformatie steeds moeilijker te herkennen, zoals ook zichtbaar aan de opkomst van deepfakes.

Je moet je zelfs afvragen of je bij videobellen nog wel kunt vertrouwen op wat je ziet, zoals Sander Duivestein liet zien.

Nu we bij de versnelde digitalisering ook deze toename van desinformatie waarnemen, is het essentieel dat we tieners hiertegen wapenen. Dat we ze voor nu en voor altijd leren om kritisch naar nieuwsbronnen te kijken en onderscheid te maken tussen betrouwbaar en onbetrouwbaar. Maar dat ze ook leren dat kritisch zijn niet betekent, dat je helemaal niets en niemand meer kunt vertrouwen. Dit is echt een aspect van (digitaal) burgerschap, de basis van een goed werkende democratie.

Waar moeten we het over hebben met tieners?

  • Praat over het verschil tussen nieuws en satire;
  • Leer ze wat betrouwbare journalistiek inhoudt: meerdere bronnenonderzoek, hoor- en wederhoor, objectiviteit enz.
  • Gebruik bijvoorbeeld de HALT-methode van de site Nieuwscheckers.nl, een stappenplan om nepnieuws te herkennen en te voorkomen dat je het verder deelt;
  • Bespreek veelvoorkomende kenmerken van nepnieuws, zoals nepnieuws voor clicks, satire, politiek nepnieuws;
  • Welke complottheorieën zijn er, en kunnen we die samen debunken (ontmaskeren)?
  • Leer ze goede vragen te stellen;
  • Tips: zie de lessen over nepnieuws op mentorlessen.nl. Of maak gebruik van het aanbod van De InternetHelden. Beide zijn gratis.

3. #Oplichting: het herkennen van online bedrog

De crisis heeft tot een nóg grotere toename van online oplichting geleid, zoals: bancaire fraude via Whatsapp (phishing), identiteitsfraude, nepwebshops of overname van Instagram-accounts door het ontlokken van je telefoonnummer. Helaas zijn tieners ook niet altijd even sterk in het herkennen van online oplichting. Hier hebben ze echt hulp bij nodig. Oplichtingtrucs worden steeds vernuftiger en kunnen grote financiële en emotionele schade berokkenen.

Als ze straks in de zomervakantie weer meer op zichzelf zijn, neemt het risico voor identiteitsfraude nog weer toe. Het is goed om ze hiervoor expliciet te waarschuwen.

Waar moeten we het over hebben met tieners?

  • Leer ze verschillende vormen van online bedrog bestuderen en herkennen;
  • Zorg dat ze sterke wachtwoorden kunnen maken en dat ze weten wat tweestapsverificatie is;
  • Praat over frauduleuze appjes en mails, en vertel wat ze ermee moeten doen en hoe ze ze kunnen rapporteren;
  • Leer ze inschatten of mensen op sociale kanalen wel zijn wie ze claimen;
  • Stimuleer ze om een ouder of leraar in te schakelen bij twijfel aan echtheid van een online berichtje of website.
  • Tip: gebruik de gratis lessen van De InternetHelden voor de onderbouw vo. Ze zijn er ook in een online versie, door leerlingen zelfstandig te doorlopen eventueel. Zie het kanaal van De InternetHelden op LessonUp.

4. #Privacy: wat deel jij (on)bewust via het internet?

Hoe meer je online bent, des te meer gegevens je rondstrooit. Daarom alleen al is privacy nu een belangrijk thema. We zien dat privacy-experts alleen maar meer zorgen hebben. Zorgen over conference-tool Zoom, die gebruikersgegevens zou doorgeven aan bedrijven als Facebook. Maar vooral ook rondom de komst van de ‘corona-app’ die ons zou helpen het virus te bestrijden, maar wellicht wel ten koste gaat van onze persoonlijke privacy. Zijn dit soort privacy-inbreuken nog proportioneel en hoe bepaal je dat? Is het wel eerlijk om gezondheid te vergelijken met privacy in beweringen als ‘als je moet kiezen tussen gezondheid en privacy, dan kies ik voor gezondheid’. Kun je niet voor gezondheid kiezen en tegelijkertijd ieders privacy beschermen? Deze vragen zijn nu belangrijk.

Tieners zijn al kwetsbaar als het gaat om privacy. Ze groeien op in een digitale wereld, vaak amper bewust van het feit dat hun favoriete sociale platforms TikTok, Instagram, Snapchat en YouTube al hun gedrag minitieus bijhouden en gebruiken zonder dat je weet welke gevolgen dat precies heeft. Dan zijn er nog je ouders en vrienden, maar ook sportclubs, scholen enz. die foto’s van jou op Facebook en Instagram plaatsen. Wat vind je daar eigenlijk van? Je internetgedrag wordt gevolgd door talloze bedrijven, je schoolresultaten staan in Magister (eigendom van een grote uitgeverij) en de overheid wil ook van alles weten over jou als burger.

Kortom: ouders en leraren hebben meer dan ooit de belangrijke taak om met tieners in gesprek te gaan over onze burgerrechten en de waarde van privacy. Zodat tieners leren hoe kwetsbaar ze zijn online, welke ethische vragen relevant zijn en natuurlijk hoe ze hun eigen privacy (en die van anderen) beter kunnen beschermen.

Waar moeten we het over hebben met tieners?

  • Praat over privacy als grondrecht en over de AVG.
  • Leer ze welke partijen, zowel privaat als overheid, ons online gedrag volgen en hoe ze dat doen;
  • Bespreek dat iedereen verschillende grenzen heeft als het gaat om persoonlijke privacy en dat je die moet respecteren;
  • Leer ze hoe ze hun eigen privacy kunnen beschermen en wat ze moeten doen als er iets misgegaan is.
  • Tip: gebruik de gratis lessen van De InternetHelden voor de onderbouw vo. Ze zijn er ook in een online versie, door leerlingen eventueel zelfstandig te doorlopen. Zie het kanaal van De InternetHelden op LessonUp.

In gesprek blijven

Ik hoop met deze aanzet het gesprek te hebben geopend over de extra noodzaak van mediawijsheid voor tieners, zowel nu als na de crisis. Vanuit Bureau Jeugd en Media geven we interactieve lezingen of (online) ouderavonden aan ouders, sessies voor docenten, of gastlessen aan leerlingen zelf. Wie voor die tijd advies wil, of een online consult, is van harte welkom. We helpen graag. Mail Bureau Jeugd en Media gerust voor vragen, samenwerkingen, advies of aanbod.

Dit artikel verscheen eerder op www.bureaujeugdenmedia.nl.


Meer lezen over mediawijsheid in coronatijd:

» Corona, geduld en ongeduld, en media(wijsheid)
» Bomberbots online lessen over mediawijsheid in tijden van corona
» Digitale hulpmiddelen voor gehandicapten in tijden van corona

Laat een reactie achter

Vul je e-mailadres in om op de hoogte te blijven van reacties (je e-mailadres wordt niet gepubliceerd).

Reacties worden eerst goedgekeurd door de redactie.