Op de kop kakkenPeuters en mediagebruik: welk advies te geven?

woensdag 29 november 2017

Vrijdagavond zat ik in de auto en knipte ik Radio 1 aan. Ik viel met m’n neus in de boter, want nog geen minuutje ver in de uitzending [red. deze uitzending is niet meer te luisteren] kondigde Tijs van den Brink het nieuwe gespreksonderwerp aan: peuters en mediagebruik. Aanleiding was het recent gepubliceerde onderzoek van Windesheim en Mediawijzer.net, waaruit blijkt dat een kwart van de jonge kinderen meer dan drie uur per dag achter een beeldscherm zit (en hun ouders meer dan zes). Nog mooier werd het toen Van den Brink de gesprekspartners aankondigde: onze collega Peter Nikken en Marina van der Wal, die samen met Jan Dijkgraaf een opvoedboek over kinderen in de puberteit schreef. Ik dacht: dát wordt interessant!

Ik ken Peter Nikken als een genuanceerde wetenschapper, die gewapend met feiten en onderbouwde standpunten heel wat mediawijsheidprofessionals behoed heeft voor makkelijk protectionisme. Marina van der Wal ken ik minder goed, maar ik weet wel dat ze behoort tot het gilde van zelfverklaarde opvoedkundigen-zonder-opleiding die handig inspelen op de opvoedonzekerheid bij ouders door te strooien met reactionaire oneliners. Zo zag ik Van der Wal op tv eens een pleidooi houden voor de terugkeer van Rust, Reinheid en Regelmaat. ‘Eg waa?”, zou mijn peuter dan zeggen. We bespreken dit fragment wel eens met mijn studenten pedagogiek en dan wordt er flink gegniffeld.

Dit ging dus leuk worden: Van der Wal zou de iPad uit het huis verbannen, terwijl Nikken zou gaan laten zien dat mediagebruik ook hele positieve gevolgen heeft voor de ontwikkeling van kinderen. Maar het liep anders. Nikken maande de ‘zes-uur-per-dag’-ouders hun telefoon vaker weg te leggen en weer met hun ukkies te gaan kleuren, kleien en de bossen in te trekken. Dat schoot Van der Wal  in het verkeerde keelgat: “Laten we stoppen die mensen op de kop te kakken.” Haar advies aan Nikken en ons allemaal: geef duidelijke, concrete en uitsluitend pósitieve opvoedingsadviezen. Houd op te preken over overconsumptie; leg ouders in plaats daarvan uit waarom knutselen, spelen en rennen goed zijn voor kinderen en welke positieve effecten ze hebben op de kinderlijke ontwikkeling.

Een razend goed idee, maar Van der Wal doet feitelijk hetzelfde als waar ze Nikken van betichtte: andere mensen op de kop kakken. Alleen kakt ze niet op de koppen van ouders, maar op die van mediawijsheidprofessionals. Let me explain.

Naïef

De medialisering van de samenleving grijpt diep in onze leefwereld in. We merken allemaal hoe nieuwe apparaten en toepassingen onze levens ingrijpend veranderen. Met vaak hele fijne gevolgen. Maar niet uitsluitend. De digitalisering heeft ons in een grip gekregen waar we op individueel niveau nauwelijks aan kunnen ontsnappen. In de rat race voor onze aandacht trekken mediabedrijven, hardwareproducenten, nieuwsmakers, televisiezenders en softwareontwikkelaars alles uit de kast om ons gekluisterd te houden aan hun apparaten/websites/kanalen/programma’s. Het gerucht gaat dat de verslavingszorg in Californië met personeelstekorten kampt, omdat verslavingsdeskundigen met torenhoge salarissen naar Silicon Valley gelokt worden. Het vergt een uitzonderlijk karakter om voor de blauwe pil te kiezen. Maar we zijn niet allemaal even stoutmoedig als Neo.

Ik klei en kleur met m’n peuter, en trek elke dag met ‘m de bossen in. Peter Nikken zou trots op ons zijn. Maar toch haalt mijn peuter ruimschoots de drie uur mediaconsumptie per dag. De enige manier waarop ik ‘m meekrijg, is door hem van tevoren te beloven dat ‘ie in de auto PJ Masks mag kijken. En als ‘ie thuiskomt, gaat hij veertien afleveringen Blippi kijken om uit te rusten.

In een wereld die steeds digitaler wordt, en waarin de logica van die wereld niet draait om zingeving, geluk en humaniteit, maar om aandacht, aantallen en winst, heeft het nauwelijks zin ouders te manen minder media te consumeren. En het is even naïef mediawijsheidprofessionals te manen uitsluitend positief te zijn.

Twee wegen

In mijn beleving kunnen we twee wegen behandelen. De eerste is de weg van het epicurisme (of, zo u wilt, het boeddhisme). Een Vlaamse schrijver verwoordde het mooi: “Het geluk bestaat daaruit dat men met zijn ongeluk tevreden is.” De tijd dat kinderen louter met houten blokken speelden en dagelijks in het vrije veld verkeerden zal nooit meer terugkeren. Maar man! Wat is het leuk om in het zwembad Big Bad Barry na te doen. HAP! HAP! HAP!

De andere weg is die van het verzet. Deze optie kwam uitgebreid aan de orde in de interviewgesprekken die ik had voor het jubileumboek van Mediawijzer.net. Hans Schnitzler roept het digitale proletariaat (u en ik) op tot sabotage. Kieron O’Hara wil het Europese Hof inschakelen om onze grondrechten en culturele verworvenheden veilig te stellen. Renee Hobbs roept mediawijsheidprofessionals op onze pijlen te richten op mediaproducenten: “De media-industrie mag best een beetje bang van ons worden.”

Ik slinger Tor weer aan, start m’n gekloonde Netflix op, zet de Do-Not-Track aan, en stream seizoen 2, aflevering 4 van De Gelaarsde Kat naar m’n tv. “PUSSSS!!!”, roept m’n inmiddels tweetalige peuter al springend op het bed.

Laat een reactie achter

Vul je e-mailadres in om op de hoogte te blijven van reacties (je e-mailadres wordt niet gepubliceerd).

Reacties worden eerst goedgekeurd door de redactie.