Mediaskills: leerlijn helpt vso-leerlingen en leerkrachten omgaan met media Project uit de Stimuleringsregeling 2016

woensdag 14 maart 2018

Jongeren met een lichte verstandelijke beperking (LVB) zijn vaak digitaal vaardig, maar nog niet altijd mediawijs. Deze jongeren interpreteren bijvoorbeeld online berichten snel op een verkeerde manier en hebben moeite om te zien hoe media de werkelijkheid kleuren. Mira Media ontwikkelde met het project Mediaskills een methodiek om leerlingen, leerkrachten en ouders van de Voortgezet Speciaal Onderwijs school (VSO) STIP te leren omgaan met media. Deze in de praktijk ontwikkelde leerlijn is inmiddels klaar en wordt in het schooljaar 2018-2019 in gebruik genomen. Ook wordt de leerlijn overdraagbaar gemaakt voor andere VSO scholen. Hoe is het project verlopen en wat zijn de vervolgstappen? Een interview met Dieneke van Dijken, een van de betrokkenen bij het project Mediaskills.

Hoe is het idee voor dit project ontstaan en wie waren betrokken bij de ontwikkeling ervan?

“Mira Media heeft de afgelopen jaren aan zo’n 2000 Utrechtse ouders interculturele opvoedingsondersteuning geboden op het gebied van mediawijsheid. Tijdens een van deze bijeenkomsten zijn we in contact gekomen met een Turkse moeder met een dochter in het speciaal onderwijs. Zij gaf aan dat ze het belangrijk vond dat er op de school van haar dochter, STIP VSO, aandacht besteed zou worden aan mediawijsheid en mediaopvoeding. Wij hebben hierna contact gezocht met de school.

Daarbij verscheen in het nieuws dat licht verstandelijke beperkte jongeren vaak slachtoffer zijn van onder andere cyberpesten en manipulaties op sociale media. De urgentie voor STIP was groot om aandacht te besteden aan dit onderwerp. De LVB doelgroep is vaak erg digitaal vaardig, maar niet mediawijs. Ze begrijpen de betekenis van online ‘vrienden’ niet altijd en interpreteren online berichten snel op een verkeerde manier waardoor ruzies ontstaan. De LVB doelgroep is erg verslavingsgevoelig, en (sociale media) – waaronder games – werken erg verslavend. Influencers, zoals bekende vloggers die ook door deze doelgroep actief wordt gevolgd, hebben een grote invloed op ze. De LVB doelgroep neemt wat de influencers zeggen vaak voor waarheid aan. Ook hebben ze moeite om te zien hoe media de werkelijkheid kleuren. Maar er zijn ook voordelen voor deze doelgroep. Sociale media en het gebruik van internet werken drempelverlagend om te participeren (burgerschap) en contact te leggen en werkt zo inclusie bevorderend. Het versterkt de autonomie, de taalontwikkeling en het sluit aan bij de ontwikkelingsbehoefte. Het is om deze redenen verschrikkelijk belangrijk om de mediawijsheid van deze doelgroep te ontwikkelen.

Samen met de directie, leerkrachten en ouderraad hebben we een ouderavond voorbereid over mediaopvoeding. De aanwezige ouders waren enthousiast, maar de opkomst was niet hoog. We concludeerden dat het organiseren van een paar ouderavonden niet afdoende is, maar dat Mira Media en STIP – ondersteund door enkele experts – samen een integrale aanpak moeten ontwikkelen. Deze aanpak richt zich op de leerlingen, hun ouders en de leerkrachten en kan worden opgenomen in het beleid en curriculum van de school. In een vervolgoverleg is er met leerkrachten en directie gesproken over deze integrale aanpak.”

Hoe staat het met de ontwikkeling van de leerlijn? Waar staat het project nu?

“De leerlijn is met circa 15 leerkrachten samen ontwikkeld en is nu klaar. Er is ook uitwisseling geweest met de Onderwijsspecialisten / De Ziep / Thomas & Charles die ook een leerlijn Digitale geletterdheid voor het VSO ontwikkeld hebben.

De leerlijn bestaat uit verschillende lesmodules. De modules ‘Sociaal offline/online; jezelf presenteren’, ‘Social offline/online: aardig doen’ en ‘Sociaal offline/online; omgaan met ruzie; worden nu ontwikkeld en uitgeprobeerd door leerkrachten op STIP VSO, hierbij worden zij begeleid door CED. Binnen het Mediawijsheid Competentiemodel van Mediawijzer.net kan worden gezegd dat er met deze lesmodules vooral aandacht is voor de competenties S1 en S2: ‘reflecteren op mediagebruik’ en ‘doelen realiseren met media.’ Ook krijgt de competentie ‘C3: participeren in sociale netwerken’ veel aandacht.

Leerkrachten worden door middel van workshops gestimuleerd om meer met media te werken in de klas en om leerlingen te begeleiden op internet zonder filters. Op deze manier komen de competenties C1 en C2: ‘informatie vinden en verwerken’ en ‘content creëren’ en G1 en G2: ‘apparaten, software en toepassingen gebruiken’ en ‘oriënteren binnen mediaomgevingen’, beter aan bod. Tot slot is er voor deze competenties aandacht bij de keuzevakken waarbij leerlingen het vak ‘Media’ kunnen kiezen op vrije uurtjes op vrijdagmiddag.

De competenties ten aanzien van Begrip (dat zijn B1, B2 en B3: ‘inzicht hebben in de medialisering van de samenleving’, ‘begrijpen hoe media gemaakt worden’ en ‘zien hoe media de werkelijkheid kleuren’) krijgen nog te weinig aandacht in het lesmateriaal. We onderzoeken momenteel wat we hiermee kunnen doen en daar zijn al wat ideeën voor.

De lesmodules en leerlijn worden in schooljaar 2018-2019 in gebruik genomen.”

Hoe bereiken jullie de doelgroep?

“De doelgroepen zijn leerlingen, leerkrachten/directie en ouders. De ouders kwamen bij ons eerste in beeld. Er waren drie actieve ouders die het hele project actief hebben meegedacht over het op de juiste manier betrekken van andere ouders. Er ontstond een groep van 15 ouders die nauw betrokken was via een mailgroep, waar uitwisseling was over mediaopvoeding tussen ouders. Zij waren erg geïnteresseerd in de opvolging van het project.

De leerlingen waren actief betrokken in dit project. In de keuzevakken hebben zij media gemaakt, gevlogd, selfies bewerkt, fotostrips gemaakt, interviews gehouden, animaties gecreëerd en radio gemaakt. Wij konden hierdoor goed zien wat de leerlingen leuk vinden, wat ze goed kunnen en waar extra aandacht voor nodig is. De leerlingenraad heeft actief meegedacht in het opstellen van gedragsregels toen de filters van Internet afgingen (zo hebben leerlingen niet altijd toegang tot alle sites, zoals fora en sociale media) . Ook hebben we aan het begin van het project enkele klassikale gesprekken gevoerd met leerlingen over hun internet- en sociale mediagebruik.

De leerkrachten hadden een belangrijke rol. In de projectstructuur waren zij geborgd door middel van een klankbordgroep. Van alle afdelingen was iemand vertegenwoordigd, en er was een teamleider en een intern begeleider betrokken. In allerlei deelsessies waren weer andere leerkrachten betrokken. Toch duurde het lang voordat de grote groep het omarmde. Pas op het moment dat de filters van internet afgingen, kwamen leerkrachten met het onderwerp Mediaskills in aanraking en vroegen zij zich af wat dit van hen vraagt. Daarom heeft een grote groep leerkrachten deelgenomen aan onze workshops. Op deze manier groeit de kring van betrokkenheid en zal deze volgend schooljaar nog meer toenemen als de leerlijn en lesmodules in gebruik worden genomen.

De directie was ook cruciaal. De directeur was van begin af aan betrokken en omarmde de urgentie van het project. In de vorm van een stuurgroep haakte zij in op belangrijke beslismomenten. Ze was beslissend voor de vaart en voortgang in het project en het uitstralen van de nieuwe visie en koers ten aanzien van media binnen de school.”

Welke uitdagingen zijn jullie tegen het lijf gelopen tijdens het project?

“De grootste uitdaging is het creëren van draagvlak onder leerkrachten. De drukte van alledag (vooral op een VSO school), de vele thema’s die aandacht moeten krijgen, maar ook de ontwikkelbereidheid van leerkrachten zelf, maakten dat de voortgang soms onder druk stond. Soms kies je er dan voor om door te gaan en resultaten te boeken waarbij Mira Media als een soort buitenboordmotor fungeert. Maar vaker kozen we ervoor om aan te sluiten bij het ritme van de school en in verbinding te blijven met de mensen. Ook was het een uitdaging om de ouderbetrokkenheid goed op poten te krijgen aangezien het beleid nog in de kinderschoenen stond. Een goed communicatieplatform ontbreekt nog en in de basis van de samenwerking tussen ouder en leerkracht viel nog veel te verbeteren. Het is mooi om te zien dat dit nu de volle aandacht krijgt van ouders en leerkrachten samen en dat hier stappen gezet worden.”  

Wat is jullie doel? Wat zijn de vervolgstappen?

“Wij willen dat STIP VSO zelfstandig doorgaat met mediawijs onderwijs en dat dit gedragen wordt door de leerkrachten. De leerkrachten worden op dit moment nog getraind om de media keuzevakken zelf te kunnen geven. Ook beraadt de klankbordgroep zich op hun rol voor volgend schooljaar waar zij het project kunnen waarborgen, bewaken en updaten.

We willen behalve borging van het project in het STIP ook bereiken dat andere scholen in de regio de resultaten gebruiken en implementeren. Dat doen we door het CED materiaal/alle modules gratis beschikbaar te stellen. Ook volgt er een eindpresentatie met overdracht zodat andere scholen zich kunnen laten inspireren en kunnen leren van onze lessen. Hierbij delen we een brochure uit met tips. Verder zijn we ook bezig met de uitbreiding van het project in samenwerking met Amerpoort en Inayazorg.”

Wat heeft het netwerk van Mediawijzer.net aan het project?

“We hebben enorm veel ervaring en kennis opgedaan ten aanzien van de dynamiek in een (VSO) school. Er waren in het begin veel vragen: wat zijn belangrijke sleutels om draagvlak te creëren? Welke partijen moeten betrokken zijn? In welk tempo kun je werken? Maar ook wat betreft het verloop van een dergelijk proces: hoe laat je iets ontstaan in een school in de context van een dynamische realiteit, drukte van alledag, en alles wat er op het bordje van leerkrachten terecht komt? Maar ook hoe veelomvattend is mediawijs onderwijs eigenlijk? Wat komt erbij kijken?

We hebben het 6-cilinder model gehanteerd, om alle facetten aandacht te geven om duurzaam mediawijs onderwijs mogelijk te maken. Dit gaf houvast. Maar wat als er een visie op media is ontwikkeld? En wat als er een protocol ligt? Hoe integreer je dit in de schoolvisie en de honderd andere protocollen die er liggen? En hoe zorg je dat het gaat leven? Hoe sluit je aan bij dat wat er al is aan energie, inzet en structuren? Hoe ga je om met demotivatie en tegenslag? Het is een ontzettend mooi project wat nog niet eerder is vertoond, om zo’n brede basis te leggen voor mediawijs onderwijs. Dat mag gedeeld worden!” 

Het 6-cilinder model

Hoe kan het netwerk van Mediawijzer.net jullie verder helpen?

“Het netwerk van Mediawijzer.net kan STIP VSO verder helpen door een bron van inspiratie te zijn voor leerkrachten op bijvoorbeeld het gebied van lesmateriaal, zodat zij het gevoel hebben dat ze het niet alleen hoeven te doen en bedenken. Als er netwerkpartners zijn die met vergelijkbare vraagstukken zitten, kunnen we met de actieve professionals en instellingen uit dit project met elkaar in contact komen. Zo kan er uitwisseling plaatsvinden en kunnen krachten en initiatieven worden gebundeld. Mediawijzer.net kan verder helpen door de producten voor het VSO en de LVB breder onder de aandacht te brengen en meer van dit soort initiatieven met subsidies te stimuleren.”

Reacties 1

Laat een reactie achter

Vul je e-mailadres in om op de hoogte te blijven van reacties (je e-mailadres wordt niet gepubliceerd).

Reacties worden eerst goedgekeurd door de redactie.