Terug naar onderzoek

Media en kinderen met een LVB

Auteur / organisatie: Nederlands Jeugdinstituut in opdracht van Mediawijzer.net
Jaar van publicatie: 2016

Het ontbreekt aan een duidelijke visie op hoe kinderen met een licht verstandelijke beperking (LVB) zich verhouden tot media. Dat is de conclusie van de publicatie ‘Media en kinderen met een LVB’. Het rapport is tot stand gekomen na onderzoek van het Nederlands Jeugdinstituut in opdracht van Mediawijzer.net en analyseert wat nodig is om kinderen met een licht verstandelijke beperking beter te betrekken bij mediawijsheid. Volgens professor Peter Nikken, één van de auteurs, zijn er weliswaar allerlei initiatieven om kinderen met een LVB goed om te kunnen laten gaan met sociale media.

“Maar veel professionals missen handvatten en kennis van mediawijsheid om dit mediagebruik goed te kunnen begeleiden”, aldus Nikken.

Mediagebruik biedt veel kansen

Kinderen met een LVB ervaren diverse hindernissen bij het gebruik van (nieuwe) media. Dit kan variëren van een lager taalbegrip tot een verminderd besef van normen en waarden. Ook kunnen deze kinderen meer moeite hebben om hun impulsen te beheersen, wat verslavingsgevoeligheid voor het gebruik van internet en sociale media in de hand kan werken. “Maar het gaat ons niet alleen om de risico’s”, benadrukt Nikken. “Media bieden kinderen met een licht verstandelijke beperking óók enorm veel kansen. Bijvoorbeeld als het gaat om het vergroten van hun zelfstandigheid of het eenvoudig opdoen van sociale contacten.”

Opdat kinderen met een LVB optimaal van deze mogelijkheden kunnen profiteren is het zaak om helder te krijgen wat voor ondersteuning of begeleiding hierbij gewenst is, zo concluderen de onderzoekers van het Nederlands Jeugdinstituut. In de vandaag gepresenteerde publicatie is een aantal aanbevelingen opgenomen om dit te bevorderen. Zo stellen de onderzoekers onder meer voor om vanuit werkveld en opleiding nauwere samenwerkingsverbanden aan te gaan en zo mediawijsheid bij kinderen met een LVB verder te ontwikkelen. Daarnaast wordt onder meer geadviseerd om een interactieve helpdesk voor ouders, begeleiders en kinderen op te richten.