Jubileumboek: Mediawijsheid 2005 > 2015 > 2025

dinsdag 15 december 2015

In 2015 bestaat het begrip mediawijsheid precies 10 jaar. Tijd voor een feestje en tijd voor een jubileumboek. We kijken in dit boek 10 jaar terug, maar vooral 10 jaar vooruit: wat gaat de toekomst ons brengen, welke mediawijsheid hebben we dan nodig?

Het antwoord op deze vragen hebben we gezocht bij 21 vooraanstaande en spraakmakende kunstenaars, wetenschappers, ondernemers, ontwikkelaars, filosofen en zelfs een hacker. Zij werken in heel verschillende sectoren, van het onderwijs tot de zorg, van domotica tot robotica, van de handel in bitcoins tot het Media Park in Hilversum. Vijftien van hen zijn Nederlanders. Daarnaast komen een Brit, een Fransman en vier Amerikanen aan het woord.

Alle 21 werken buiten het netwerk van Mediawijzer.net, maar in het hart van de mediasamenleving. Sommige van hen kenden het begrip mediawijsheid nog niet, maar allemaal hebben ze een visie op de ontwikkelingen in media en technologie en de betekenis daarvan voor ons als mens en als samenleving. Hun inspirerende en verfrissende, en soms zelfs verontrustende en ontregelende ideeën, nodigen ons uit om te bezinnen op de ‘nieuwe mediawijsheid’ die we de komende tien jaar nodig hebben.

Beginjaren

Sinds de introductie van mediawijsheid door de Raad voor Cultuur in 2005 is Nederland door de inmiddels meer dan duizend netwerkpartners van Mediawijzer.net en vele honderden mediacoaches een stuk mediawijzer geworden. In het boek staat een aantal mooie mijlpalen uit de jaren 2005-2015 beschreven.

Het eerste decennium is vooral een pioniersfase geweest. In 2005 stelde de Raad voor Cultuur: “Van elementen in een omgeving zijn media de omgeving zelf geworden”. Dit was vóór de introductie van de iPhone, Twitter, Facebook en YouTube, en ruim voor de introductie van de iPad, WhatsApp, Buienradar, Pinterest en Tinder.

De ontwikkeling van mediawijsheid verliep synchroon met het pionierswerk op technologisch gebied. Mediawijsheidsactiviteiten waren er de afgelopen tien jaar op gericht mensen te informeren over de voor hen onbekende mogelijkheden van nieuwe en sociale media. En soms hebben we bepaalde groepen moeten helpen zich teweer te stellen tegen de uitwassen en neveneffecten van diezelfde media.

Kritisch punt

Inmiddels hebben we een ontwikkeling doorgemaakt waarin nieuwe en sociale media niet meer weg te denken zijn uit onze samenleving. Media maken voor vrijwel iedereen vanzelfsprekend onderdeel uit van het dagelijks leven. De verwachting is, zo beamen de meeste geïnterviewde experts, dat de medialisering van de samenleving de komende tien jaar alleen maar harder zal gaan. Er wacht ons daardoor een aantal belangrijke uitdagingen, die zich laten samenvatten in de vraag: zullen we er als samenleving in slagen meester te worden over de technologie – of zal de technologie meester worden over ons? Te midden van een grote diversiteit in perspectieven zijn alle geïnterviewden het er over eens dat het komende decennium cruciaal wordt.

“We bevinden ons op een ‘kritisch punt’, waarop we de toekomst van onze mediasamenleving samen kunnen maken of breken” – Howard Rheingold

Pessimisme vs. optimisme

Op de centrale vraag of we de regie over de media kunnen behouden, antwoorden de geïnterviewden vanuit heel verschillende perspectieven en expertises. Maar we kunnen hun visies inschalen van pessimistisch naar optimistisch.

Aan het meest pessimistische uiteinde van het spectrum staat filosoof Hans Schnitzler, die stelt dat we over tien jaar hulpeloos “vastgekluisterd zullen zitten aan een beestenbende van samengeklonterde apparaten”. Computerwetenschapper Kieron O’Hara gelooft niet dat wij eenvoudige stervelingen iets in de melk te brokkelen hebben tegen de datazucht van grote internetbedrijven. Hacker 0xDUDE acht het internet net zo onveilig als “een zwembad zonder badmeester”. Kunstenaars Dadara en MoBen fileren de bedrieglijke schijnwerkelijkheid die sociale media bieden.

Aan de andere zijde van het spectrum staat een aantal verklaarde optimisten. Domotica-expert Corien van Berlo hoopt dat we vooral gaan “genieten van technologie”. Gameproducer Reinout te Brake begrijpt al het gedoe over mediawijsheid niet en vindt media gewoon “heel leuk”. Hoogleraar Robotica Maarten Steinbuch denkt dat de toekomst vol superslimme robots een feest zal worden.

Mediawijsheid: voorwaarde voor een betere mediasamenleving

In het midden van het spectrum staat een groep geïnterviewden die wel gelooft in een mooiere en betere mediasamenleving, maar alleen als we die actief, kritisch en bewust gaan vormgeven. Onderwijspsycholoog Howard Gardner stelt dat een toezichthoudend orgaan nodig is voor de internetsector, vergelijkbaar met het medisch tuchtcollege. Consultant Ger van Drunen gelooft in de zegeningen van het nieuwe werken – maar alleen als we ons werk mediawijs gaan inrichten. Virtual reality-expert Daniel Brinckmann denkt dat virtual reality de wereld beter kan maken, zolang we onze virtual reality-brillen niet uitsluitend gaan gebruiken om ons te vermaken.

Onderwijsvernieuwer Sonny Mathura droomt van beter onderwijs, maar alleen als het docentenkorps innovatiever met media om zal durven gaan. Gamewetenschapper Marinka Copier weet dat games onze cultuur kunnen verrijken, op voorwaarde dat gamebedrijven minder platte games gaan bouwen dan ze nu doen. Ondernemer Robert-Reinder Nederhoed voorziet een eerlijkere financiële wereld als we het onderlinge digitale betalen durven te omarmen. Internetvisionair Howard Rheingold verwoordt de visie van deze groep: “Als we onze hoofden in de schoot leggen, zullen we de grip op het internet verliezen en zal het een steeds inhumanere plek worden. Maar als genoeg mensen de energie hebben om de traditie op te pakken die het internet groot gemaakt heeft, dan gaan we een geweldige toekomst tegemoet.”

Een intrigerende toekomst ligt dus in het verschiet. Maar die zullen we dan wel met z’n allen actief, kritisch en bewust vorm moeten gaan geven. Mediawijsheid zal het komende decennium nóg dringender geboden zijn dan de voorbije tien jaar.

Fysiek exemplaar voor netwerkpartners

Netwerkpartners van Mediawijzer.net kunnen een fysiek exemplaar van het jubileumboek ‘Mediawijsheid 2005 > 2015 > 2025’ kosteloos aanvragen.

In verband met de beperkte oplage wordt er maar één exemplaar per netwerkpartner verstrekt.

jubileumboek
Makers van het jubileumboek op 15 december bij Beeld en Geluid. Fotograaf: Jørgen Koopmanschap

Lees ook:
» Verslag door blogger Maud: 10 jaar mediawijsheid… En dat moet gevierd worden!
» Prijzen en speciale vermeldingen Aanmoedigingsprijs en Stimuleringsregeling 2015 projecten bekend!
» Bekijk hier de foto’s van ’10 jaar mediawijsheid: boeklancering en uitreiking aanmoedigingsprijzen’

Reacties 1

  1. roelandsmeets

    Uit de 21 uitstekende interviews die het Jubileumboekboek rijk is komt een beeld naar voren van een samenleving die steeds meer onder invloed van staat van technologische ontwikkelingen. Iemand als Maarten Steinbuch, hoogleraar Control Systems Technology die vooral de zegeningen daarvan telt, zegt ondertussen ook dat jonge mensen voorbereid moeten worden op die technologie-rijke toekomst middels een apart vak: technologisch burgerschap. “De wereld gaat onvoorstelbaar veranderen”. Het is blijkbaar zo dat de deskundigen – of ze optimistisch dan wel pessimistisch zijn over de rol van technologie in de toekomst – het erover eens zijn dat we jonge mensen kennis moeten voorbereiden op een toekomst die door technologie wordt gedomineerd.

    Macro-ontwikkelingen

    ·Filosoof Hans Schnitzler: ”We zijn steeds beter in staat onze mentale imperfecties te ondervangen met technologie. Zo doet de technologie ons meer en meer geloven dat we goden zijn die alles kunnen. Het merendeel van de mensen, de digitale kudde, die zich laat uitmelken vindt dat een gloeiende weldaad”.

    ·Renee Hobbs, mediaprofessor: ”Kijk, media zijn geweldig leuk. Ik geniet er zelf ook enorm van.Maar we mogen niet vergeten dat er economische en politieke structuren zijn die willen dat consumenten nergens over nadenken”.

    ·Internetvisionair Howard Rheingold: ”Niemand weet precies hoe de media zich zullen en moeten gaan ontwikkelen. Maar wat ik wel weet is dat de toekomst van de media bepaald moet gaan worden door een veel groter deel van de bevolking dan nu het geval is.”

    Micro-ontwikkelingen, communicatie

    Over wat technologie met individuen doet, wordt in het boek – gek genoeg – weinig gesproken. Kunstenaar MoBen: ”We moeten begrijpen waarom we steeds meer media gebruiken, waar dit in uitmondt, en hoe we kunnen overleven in een steeds verder medialiserende samenleving”. OK, maar dan moeten we ook eens uitzoeken wat digitale communicatie ons te bieden heeft en dat vergelijken met onze eeuwenoude face-to-face communicatie. September vorig jaar is Reclaiming conversation van Sherry Turkle verschenen, een boek dat de mogelijkheden en beperkingen van al dan niet digitaal communiceren – op een gedegen manier, na vijf jaar onderzoek -mooi naast elkaar zet. Het is niet vertaald, er is niets over verschenen in onze media. Wij mediacoaches zouden echt de vinger eens meer aan die pols moeten houden.

    …….en op het gebied van informatie

    De samenleving beleven we steeds meer in haar gemedialiseerde vorm. De Franse filosoof Jean Baudrillard noemt het een ‘hyperrealiteit’. Hier een actueel voorbeeld: (Niet in het boek, maar zeker het noemen waard).

    R. David Lankes bekijkt het begrip Mediawijsheid vanuit het perspectief van de bibliothecaris en komt dan vanzelfsprekend uit bij het begrip Informatievaardigheden. Hij stelt vast dat het Big Six model, dat er van uit gaat dat een leerling onder begeleiding zes stappen zou moeten op weg naar de juiste informatie, zijn langste tijd gehad heeft omdat het teveel de nadruk legt op instrumentele vaardigheden. Maar hij vergeet te noemen dat informatievaardigheden gepaard horen te gaan met een kritische houding ten opzichte van informatie.Die kritische houding is, zie het bovenstaande, steeds meer nodig en ik stel voor dat we die heel duidelijk onderbrengen bij het begrip mediawijsheid.

    Tot slot

    En dan zitten wij, beste mediacoaches, leraren, met het probleem hoe deze maatschappelijke micro- en macro-ontwikkelingen aan jonge mensen –die over het algemeen een heel zonnige kijk op die (sociale) media hebben – zó te presenteren dat we niet overkomen als een onverbeterlijke zwartkijker / pessimist. Wat ons te doen staat is in ieder geval om manieren te vinden om bij jongeren een kritische houding te bewerkstelligen t.o.v. de verworvenheden van de digitale revolutie. Moeilijk, maar we zijn het aan ons zelf verplicht, willen we niet dat jongeren na de middelbare school een koude douche over zich heen krijgen. Binnenkort meer hierover.

    En het wordt nu hoog tijd om het meeslepende en ongelofelijke verhaal van de digitale revolutie – van Ada Lovelace tot nu – te vertellen aan jongeren. Want jongeren worden overvloedig aan het woord gelaten over (hun gebruik van-) media, maar hun mening zou meer waarde (zeker voor hen zelf) hebben als zij eerst eens kennis zouden maken met een algemene geschiedenis van de media. Aan algemene vorming (Bildung) kun je pas werken als die is gebaseerd op gemeenschappelijke kennis.

Laat een reactie achter

Vul je e-mailadres in om op de hoogte te blijven van reacties (je e-mailadres wordt niet gepubliceerd).

Reacties worden eerst goedgekeurd door de redactie.