Journalistiek onderwijsmateriaal ‘Zoek het uit!’ maakt leerlingen digivaardig

dinsdag 8 oktober 2019

Zijn leerlingen mediawijs genoeg om informatie op te zoeken bij het maken van een werkstuk? Esther van Rijswijk werkte mee aan het lesmateriaal ‘Zoek het uit!’ om informatievaardigheden van leerlingen uit 2, 3, en 4 havo en vwo te versterken. Dat allemaal via een journalistieke werkwijze, niet onbekend voor Van Rijswijk die onder andere voor Elsevier en RTL Nieuws heeft gewerkt. Wat is de urgentie om jongeren hierin te onderwijzen? Ik zoek het uit in dit interview met Esther van Rijswijk.

Leerlingen gaan met ‘Zoek het uit!’ aan de slag met journalistieke vaardigheden. Hoe kunnen ze daarvan leren?
Iedereen moet tegenwoordig zelf op zoek naar informatie. Of je nu informatie zoekt over je hobby, een pijntje of een volgende vakantiebestemming, of over het publieke debat van dat moment: je moet zin van onzin kunnen scheiden en gekleurd van neutraal. En wie in staat is om al zoekend nieuwe dingen te ontdekken en een bredere blik te ontwikkelen, heeft een rijker leven. Dat zijn allemaal journalistieke vaardigheden.

Waarom vind je het belangrijk dat leerlingen meer wegwijs worden in media?
We denken: jongeren kunnen alles met computers en internet. Dat valt in realiteit toch tegen. Mijn ervaring is dat er in een klas altijd een paar digivaardige types zitten, maar dat is echt geen meerderheid. Ze kunnen razendsnel gamen, kopen, kijken en een bericht versturen. Wat ze zelf willen lukt ze wel, zoals gebruikmaken van Snapchat. Maar nadenken, uitzoeken, de diepte in gaan, dat kan een groot deel van de tieners helemaal niet. Het is ook niet eenvoudig, ik ben als journalist ook wel eens misleid door nepnieuws. Misinformatie wordt steeds moeilijker herkenbaar. Het is echt belangrijk dat mensen leren om scherp te kijken naar de betrouwbaarheid van bronnen en gepresenteerde feiten in berichtgeving.

Hoe gaan leerlingen zich verdiepen met het lesmateriaal?
In het project kunnen leerlingen (of de leraar) kiezen: gaan ze op zoek naar allerlei argumenten voor en tegen het sluiten van dierentuinen, of voor en tegen een zelfgekozen kwestie? Gaandeweg leren ze van alles. Van slim zoeken met Google tot fact checking en het herkennen van argumentatie. Aan het eind schrijven ze een beschouwing, betoog of ze voeren een debat.

Wat wil jij met de andere ontwikkelaars bereiken met dit onderwijsmateriaal?
Dat leerlingen lol krijgen in informatie verzamelen en kritisch nadenken over allerlei kwesties. Dat ze gaan zien dat het leuk is om ergens in te duiken, maar ook dat je daarbij even goed op moet letten: wanneer heb je met feiten te maken, wanneer met meningen? Hoe check je de betrouwbaarheid van bronnen? Hoe herken je fake nieuws of misinformatie? Waarom moet je op zoek naar andere invalshoeken en standpunten?

Als ze deze lessen volgen, zullen ze beter in staat zijn om een gefundeerde mening te vormen. Of juist om heel gefundeerd die mening achterwege te laten. Omdat sommige kwesties ingewikkeld zijn, of omdat je er achter komt dat zowel voor- als tegenstanders een punt hebben.

Wat heeft je geïnspireerd om mee te werken aan het maken van deze lessen?
In ‘99 werkte ik als journalist en wanneer ik iets moest weten, belde ik de bibliotheek. Dan zei ik: ‘Ik schrijf nu iets over werkloosheid, kun je me een mapje geven met informatie?’ De bibliothecaris ging vervolgens vragen stellen: wat zoek je precies? Wat heb je nodig? Daardoor leerde ik na te denken over zoektermen, invalshoeken et cetera. Toen de bibliothecarissen werden wegbezuinigd, kon ik het zelf gaan doen op internet. Nu moet iedereen zelf kunnen toespitsen waar ze naar zoeken, zonder hulp. Het leek me goed om lesmateriaal te maken waarmee leerlingen zelf aan de slag gaan met hun zoekvraag.
Samen met een oud-collega van Elsevier ontwikkelde ik de tool Mattermap: een online tool om informatie te verzamelen. We merkten dat er veel interesse was uit het onderwijs in de vaardigheden die daarbij een rol spelen. Mattermap bestaat inmiddels niet meer, maar de rubriek Kwestie in Kaart van NRC is erop gebaseerd en staat centraal in het lesmateriaal.

Hoe reageren leraren op de module?
Leraren zijn dolenthousiast en geven aan dat het heel belangrijk is voor leerlingen. Vanwege het leren betogen en debatteren. En omdat ze vroeg of laat een werkstuk moeten maken en daarvoor online onderzoek moeten kunnen doen. Het lesmateriaal is nu gericht op het vak Nederlands, maar ook voor geschiedenis, maatschappijleer en andere vakken die online onderzoek vereisen, is het handig bij het maken van een werkstuk.

Hoewel leraren dus enthousiast zijn, zijn ze tegelijkertijd ook terughoudend heb ik gemerkt. Samen met uitgeverij Dedact, die het lesmateriaal uitgeeft, kwamen we erachter hoe dat komt: veel leraren hebben zelf de informatievaardigheden niet waar het lesmateriaal om draait en vinden het eng om iets hun les binnen te halen wat ze zelf niet kunnen. Ik weet dat sommige leraren denken dat hun leerlingen heel mediawijs zijn, maar ik vraag dan altijd: wat is jouw standaard? Dan blijkt dat veel leraren van alles weten over hun eigen vakgebied, en waar ze informatie kunnen vinden, maar niet over andere zaken.

Sowieso is het onderwijs nog steeds erg ingericht op informatie geven en zorgen dat leerlingen dat leren. En niet ingericht op ze zelf informatie laten zoeken. Informatievaardigheden zitten nog niet in het curriculum, inhoudelijk wordt er weinig mee gedaan. Als een leraar zelf al moeite heeft met dingen goed uitzoeken online, dan kun je niet verwachten dat zijn leerlingen het wel kunnen.
Tijdens de proefversie merkte ik dat docenten zichzelf er niet echt bij betrekken als leerlingen aan de slag gaan met de online lessen. Dat kan, want leerlingen gaan in Learnbeat – het online portal waarin het lesmateriaal staat – helemaal zelfstandig aan de slag Maar ik was toch verbaasd dat de meeste leraren zelf niet ook even door de module heenlopen maar hun tijd liever gebruiken voor andere zaken zoals huiswerk nakijken.

Heb je zelf nieuwe bevindingen opgedaan tijdens het maken van het lesmateriaal?
Ik vind het leuk om mijn weg te vinden in de media. Laatst heb ik mezelf bijvoorbeeld aangeleerd om een gifje te maken. Door het lesmateriaal te maken heb ik ontdekt hoe reverse imaging werkt. En dat je meer informatie uit een afbeelding kunt halen dan alleen de foto, ook de achtergrondinformatie.

Het onderwijsmateriaal, bestaande uit zes online lessen, is gemaakt door Stichting Lobas, met steun van Stichting Democratie en Media en Fonds21. Vanaf dit schooljaar betaal je voor het lesmateriaal. Meer weten over ‘Zoek het uit’? Kijk hier voor meer informatie.


Lees meer:

» Relatief goed zoeken
» Meerderheid jongeren heeft mediagebruik niet onder de duim
» Een kort betoog om jong te leren programmeren

Reacties 1

  1. roeland smeets (@roelandsmeets)

    Zo, dat is interessant! Want middelbare scholen lopen tegen het probleem aan dat leerlingen nog niet genoeg zoek- en beoordelingscapaciteiten hebben tegen de tijd dat zij in de 5e of 6e klas aan het profielwerkstuk gaan beginnen. En dit project zou ongeveer halverwege de schoolcarriere kunnen plaatsvinden. Een prima tussenstop dus. Dat leraren zelf niet informatievaardig hoeven te zijn, herken ik. Al denk ik ook dat ze dat in hun eigen vak wel zijn.

    Laatst kwam ik een artikel tegen waarin werd beweerd dat het bij (onder-) zoekvaardigheden ook heel belangrijk is je te realiseren wat je allemaal nog niet weet. Ik denk dat sommige leraren, maar evengoed veel leerlingen, daar (nog) niet goed in zijn..

Laat een reactie achter

Vul je e-mailadres in om op de hoogte te blijven van reacties (je e-mailadres wordt niet gepubliceerd).

Reacties worden eerst goedgekeurd door de redactie.