Expertsessie LVB & Mediawijsheid: de spelers, inzichten en vervolgstappen

maandag 31 juli 2017

Op 13 juni 2017 organiseerde Mediawijzer.net een expertsessie met onder anderen mediacoaches en professionals uit het onderwijs en de zorg over de mediaopvoeding van jongeren met een licht verstandelijke beperking (LVB). Het gesprek maakt onderdeel uit van een reeks gesprekken met deskundigen waarbij wordt toegewerkt naar een aanpak om de mediawijsheid te bevorderen bij LVB-jongeren. De focus van de expertsessie lag op het opstellen van een onderzoeksagenda: wat weten we al, wat weten we nog niet en wat zouden we als eerste moeten willen onderzoeken?

Sinds de opkomst van sociale media bestaat een grote behoefte aan meer aandacht voor mediawijsheid bij de doelgroep LVB. In de rol van zowel dader als slachtoffer is deze groep in de media relatief gezien oververtegenwoordigd ten opzichte van leeftijdsgenoten. Maar er is nog weinig interventiemateriaal beschikbaar specifiek voor deze groep, er is weinig kennis over de doelgroep met betrekking tot wat wél werkt en wat niet, én er is weinig kennis over hoe je deze doelgroep het beste begeleidt.

Onderzoeksagenda

Er zijn al diverse expertsessies geweest waarbij telkens de urgentie van het probleem is vastgesteld, maar waarbij we niet zijn gekomen tot een concrete aanpak. Waar begin je? Voordat er een goede aanpak ontwikkeld kan worden is meer kennis nodig. Het doel van deze expertsessie was daarom om tot een onderzoeksagenda te komen waarbij aangeven wordt welke onderzoeken als eerste moeten worden gestart. Zo kan de kennis verzameld worden die nodig is om tot een effectieve aanpak te komen van het mediawijzer maken van jongeren met een LVB. De onderzoeksagenda zal deel uitmaken van het ‘deltaplan LVB’ dat aan diverse ministeries gepresenteerd zal worden.

Onderzoeken

Berber Broekstra, destijds afstudeerstagiaire bij Mediawijzer.net op het onderwerp LVB, verzorgde een presentatie waarin zij een analyse gaf van de onderzoeken/documenten. Deze waren aangedragen in een voorafgaande inventarisatie waarbij alle deelnemers informatie deelden die relevant kon zijn voor de expertsessie. Vaak beheersen de kinderen op zeker niveau digitale vaardigheden en gaat het meer om bewustwording. Daarnaast geldt misschien wel sterker dat het bij ouders en begeleiders ontbreekt aan bewustwording/(media)wijs zijn. Er bestaat handelingsverlegenheid en er zou meer aandacht moeten komen voor deskundigheidsbevordering en verbetering van gespreksvaardigheden. Wat er nog ontbreekt zijn goede protocollen waarin ruimte is voor meerdere opvoedstrategieën en waar rekening wordt gehouden met verschillende (multiculturele) achtergronden.

Uitkomsten werkvormen

Tijdens de expertsessie kreeg de groep deskundigen/deelnemers een casus mee met als opdracht te bepalen met welk onderzoek de aanpak van deze casus het meest gediend zou zijn. De groep werd dus niet gevraagd een oplossing te geven, maar de onderzoeksvragen te benoemen die uit de casus voortkomen. Op deze manier kwam de expertsessie tot een totaal van acht onderzoeksvragen en -doelen:

  1. Er is langlopend onderzoek nodig naar de effectiviteit van interventies (continu) vanaf jonge leeftijd (4 jaar).
  2. Wat zijn de factoren/randvoorwaarden die ervoor zorgen dat hulpverleners de mediaopvoeding niet oppakken?
  3. Hoe is het beleid van zorginstellingen omtrent mediawijsheid bij de doelgroep LVB?
  4. Een onderzoek naar een ‘SumID-Q’ test, maar gericht op mediawijsheid.
  5. Het systeem van begeleiders, opvoeders en andere spelers rondom de LVB-jongere in kaart brengen en een concrete definitie van mediawijsheid maken waar iedereen op terug kan vallen.
  6. Hoe activeer je alle spelers binnen het systeem om elkaar te ondersteunen op het gebied van mediaopvoeding?
  7. Een onderzoek naar de effecten van sociale media-gebruik bij de jongere én de oudere LVB doelgroep.
  8. Wat zijn indicatoren voor een begeleider van een LVB-cliënt om al dan niet aan mediaopvoeding te doen?

Inzichten van de expertsessie

De deelnemers kenden aan elke onderzoeksvraag of -doel punten toe waardoor er een top vier volgde, bestaand uit nummer 2, 3, 4 en 8. De bespreking van deze uitkomst leidde tot een aantal nadere inzichten:

Cluster 1: Identiteitsontwikkeling van de cliënt

Onderzoeksvragen 4, 7 en 8 sluiten bij elkaar aan. Het gaat bij deze onderzoeksvragen om het ontwikkelen van een beter inzicht in hoe sociale media cliënten met LVB positief/negatief beïnvloeden en hoe je deze effecten kan stimuleren of juist inperken (vraag 7). De urgentie hiervoor is groot, je zou er bijvoorbeeld een social impactstudie naar uit kunnen voeren.

Om effecten te kunnen voorspellen en bijsturen heb je goede indicatoren nodig (vraag 8) én je hebt een tool nodig om de mediawijsheid(potentie) van een cliënt te kunnen inschatten als combinatie van de bestaande vaardigheden van de cliënt en de omgeving waarbinnen de cliënt media gebruikt. De SumID-Q test (vraag 4) is hier gebruikt als voorbeeld van een tool; er zijn mogelijk ook andere tools, bijvoorbeeld bij het Trimbos. Belangrijke toevoeging is dat de cliënt zelf niet vergeten mag worden.

Cluster 2.  Van beleid naar praktijk

Er is ook een relatie tussen onderzoeksvragen 2 en 3, ze lijken in elkaars verlengde te liggen: hoe ziet het beleid eruit, wat merken mensen daarvan, wat maken mensen op de werkvloer mee en wat houdt hen tegen om in actie te komen? Enerzijds gaat het ‘top-down’ over onderzoek naar het beleid binnen instellingen, hoe dat tot stand komt, op basis van welke kennis en hoe dat wordt doorgezet naar de mensen en met welke tools. Anderzijds gaat het ‘bottom-up’ over drempels die medewerkers op de werkvloer ervaren, in zichzelf of in factoren in hun werkomgeving, die maken dat ze niet in de actiemodus komen en het beleid (als dat er al is) niet of onvoldoende uitvoeren.

We zijn het erover eens dat het leggen van een kennisbasis essentieel is voor de ontwikkeling van een samenhangende aanpak voor de doelgroep met een LVB.

  • De urgentie komt voor uit de sociale impact die het mediagebruik van de doelgroep kan hebben – zowel positieve als negatieve effecten
  • De aanpak is gelegen in het ontwikkelen van beleid, het faciliteren in tooling (testen en indicatoren) en het bewustmaken en activeren van de medewerkers.

Hoe nu verder?

De ambitie is om dit jaar nog de politiek te benaderen om veel meer aandacht te krijgen voor dit onderwerp. Er is inmiddels een kwartiergroep opgericht waar de bevindingen uit deze expertsessie mee gedeeld zullen worden.

Laat een reactie achter

Vul je e-mailadres in om op de hoogte te blijven van reacties (je e-mailadres wordt niet gepubliceerd).

Reacties worden eerst goedgekeurd door de redactie.