De Netwerkmaatschappij deel 9: Balans tussen off- en online

vrijdag 9 oktober 2015

Tim Berners-Lee vond in 1991 een manier om het beperkte internet van toen voor iedereen toegankelijk te maken met de codetaal HTML. Sinds een jaar of vijftien worden de interactieve mogelijkheden meer en meer gebruikt en is het internet persoonlijk geworden. We hebben nu het punt bereikt hebben waarop we aangemoedigd worden onze volledige identiteit, ons héle hebben en houden, aan sociale media toe te vertrouwen. Zoals Mark Zuckerberg eens zei: “The social web can’t exist until you are your real self online”.

Een nieuwe gedragscode

De digitale jij op Facebook met jouw naam, die zo sprekend op je lijkt, kan belangrijke dingen voor je afhandelen, afspraken maken en contacten onderhouden. Maar jij kan – als het goed is – veel meer. In dit blogartikel wil ik laten zien tot wat voor ellende het kan leiden als je je vereenzelvigt met je online alter ego, als er geen verschil meer is tussen je huiskamer en de rest van de wereld. En ik pleit ervoor dat we jonge mensen leren zich aan een gedragscode voor de buitenwereld te houden. Alleen zo kan er sprake zijn van een zinnige balans tussen je online- en je echte leven.

“Het klassieke burgerschapsideaal behelsde een zekere verfijning van geest en van het gemoed en specifieke omgangsvormen. De burger was namelijk een waardige burger die het publieke domein met een masker op betrad en zijn gevoelsleven verborg, het fundament van deze levenshouding lag in de overtuiging dat het private en het publieke domein twee strikt gescheiden werelden waren” – Hans Schnitzler uit het boek ‘Het digitale proletariaat‘ (Hdp) blz 121.

Online gedrag

Natuurlijk leverde dat burgerschapsideaal ook opgeprikte, hypocriete toestanden op, maar wat we nu zien is het andere uiterste. Bij de media zie je programma’s of websites voorbij komen die de schaamte ver voorbij zijn zoals GeenStijl en Frontaal Naakt. De mensen luchten graag hun hart over dingen die zij als dichtbij ervaren: de dood van een BN’er of  Zwarte Piet. En als je gemerkt hebt dat het normaal is geen remmingen te hebben op Facebook en Twitter, wat let je dan om – als iets of iemand je niet bevalt – een dreigtweet te versturen?

Er worden dagelijks zo’n 35.000 haattweets verstuurd in Nederland. Zo’n 200 daarvan worden dagelijks door 40 cyberagenten nagetrokken. Deze tweets worden in een opwelling verstuurd en vaak is er daarna spijt. (Hdp, blz. 113 – 121). De scheidslijn tussen on- en offline is hier helemaal vervallen en we lijken met zijn allen in een echoput gevallen.

Verschillen

In Engeland is in de serie van “The school of life” van filosoof Alain de Botton How to Thrive in the Digital Age verschenen, geschreven door BBC columnist Tom Chatfield. Er staan ideeën in voor mediawijsheid, waar wij ook veel aan kunnen hebben. Op blz. 31 staat bijvoorbeeld:

“Laten we erkennen dat we nu twee fundamenteel verschillende manieren hebben om ons te manifesteren in de wereld: off- en online (our wired and unwired states). Afgeven op-  of je verzetten tegen een van die twee helpt niemand, want beide bieden verschillende mogelijkheden. Het is eerder zo dat we moeten leren ons af te vragen – en onze kinderen leren zich af te vragen – welk onderdeel van ons leven het meest gebaat is bij één van de twee. En laten we manieren vinden om beide effectief te verwerken in ons leven.”

Op blz. 97 wordt de Bloggers gedragscode van Tim O’Reilly aangehaald. Zijn punt is even simpel als doeltreffend: zeg niets online dat je niet offline zou zeggen. En tot slot op blz. 99: “On- en offline zijn we slechts zo menselijk als anderen dat toestaan”.

Het lijkt me een heel zinnige, mediawijze benadering om eens te kijken hoe ons online leven het best in dienst kan staan van ons, offline- echte leven. En – veel belangrijker natuurlijk – is het dat we hierover praten met onze kinderen. Want het lijkt er op dat veel mensen de digitale wereld zien als een parallelle werkelijkheid waarin iedereen een benijdenswaardig leven leidt, jaren jonger is en veel slanker dan in de alledaagse werkelijkheid.

Conclusie

We hoeven echt niet meer terug naar een tijd waarin je eerst door etiquetteboeken moest  werken, wilde je in bepaalde kringen voor de dag kunnen komen. Maar wat nu wel hard nodig is, is dat kinderen vroeg leren dat zij online in het openbaar zijn. En dat het goed is om daar bepaalde normen aan te houden en je niet te laten gaan: het maakt je erg kwetsbaar en in bepaalde gevallen kun je er later wel eens gloeiende spijt van krijgen. Je vrienden en familie kunnen vergeven en vergeten, maar het internet niet.

Recent onderzoek toont aan dat teveel tijd bezig zijn met sociale media leidt tot slaapgebrek en dat leidt tot veel andere ellende. Wij, mediacoaches en mediawijsheid professionals, zullen jonge mensen eerder moeten laten zien wat de mogelijkheden, de beperkingen én de risico’s zijn van een online bestaan.

Balans, daar gaat het om. Tussen het on- en offline leven.

» Lees hier de eerdere delen uit De Netwerkmaatschappij

Foto bovenaan artikel: Dirk Haun

Laat een reactie achter

Vul je e-mailadres in om op de hoogte te blijven van reacties (je e-mailadres wordt niet gepubliceerd).

Reacties worden eerst goedgekeurd door de redactie.