Cinekid for professionals: Media Literacy Seminar – De noodzaak van mediawijsheid in het onderwijs

dinsdag 27 oktober 2015

Afgelopen week was het Cinekid festival op het terrein van de Westergasfabriek in Amsterdam. Parallel aan het kinderprogramma waren er georganiseerde activiteiten voor professionals, waaronder het Media Literacy Seminar op donderdag 15 oktober. Namens Mediawijzer.net was ik aanwezig als blogger. Hieronder staan mijn bevindingen van deze zeer interessante en relevante middag, met internationale sprekers over mediageletterdheid, filmeducatie, auteursrecht in een digitaal tijdperk, virtual reality en game based learning. Interessante visies voor iedereen die zich bezig houdt met mediawijsheid in het onderwijs.

Cinekid Media Literacy Seminar

Thema ‘The Future Is Now’

De noodzaak voor het thema van het Media Literacy Seminar blijkt uit de snelheid waarmee het mediaconsumentenpatroon van kinderen verandert en hoe de technologische ontwikkelingen doorrazen. Het is een ingewikkelde balans tussen voldoende aandacht in het onderwijs hieraan geven en tegelijkertijd kritisch naar alle opkomende trends blijven kijken. Mediawijsheid (of mediageletterdheid) op het gebied van creativiteit en cultuur zijn essentieel in de hedendaagse maatschappij waarin kinderen continu overspoeld worden met mediaboodschappen.

Het seminar werd geopend door Jessica Piotrowski (Associate Professor Universiteit van Amsterdam) die ook als dagvoorzitter optrad. Ze was ontzettend blij met de opzet van het programma, waarin voldoende tijd was opgenomen voor regelmatige interactie met de zaal.

Introductie – Mary Berkhout (Programmamanager Mediawijzer.net)

Mary gaf een korte introductie waarin zij aangaf dat dit reeds de derde keer was dat Mediawijzer.net een dergelijke seminar voor professionals tijdens het Cinekid Festival organiseert. Het doel is om inzichten met elkaar te delen, evenals ontwikkelingen en kennis op het gebied van media-educatie. Kinderen moeten in staat zijn om zich aan te passen in een snel veranderend medialandschap en hoe bereid je hen hier op voor? Hoe kunnen we hun leren om te kijken naar de achterliggende motieven van mediamakers?

Opening – Matteo Zacchetti (Media Support Programmes, Europese Commissie)

Als korte opening op de keynotes vertelde Matteo (Italië) hoe dit seminar zich de afgelopen jaren heeft ontwikkeld. Het begon in 2013 met het presenteren van een mediaprogramma, maar nu duiken we veel meer de diepte in. Ook staan er talloze projecten op het punt te beginnen.

Matteo stond stil bij de vraag of het nu gaat om mediawijsheid of media-geletterdheid. Hij wilde zich niet uitspreken voor het één of het ander. Dat komt volgens hem omdat er talloze definities bestaan die allemaal elkaar enigszins aanvullen, verbeteren, tegenspreken, etc. Volgens Matteo zijn er altijd drie elementen van belang:

  • Toegang hebben tot media;
  • Kritisch media benaderen;
  • Creatief media benaderen.

Cinekid Medialab Media Literacy Seminar

Meer aandacht op scholen naar filmgeletterdheid en auteursrecht

Ignasi Guardans (CEO Culture & Media Agency Europe) vond de discussie over terminologie en definities juist interessant. Is het nu wijsheid of geletterdheid? En wat is media eigenlijk? Is media niet gelijk aan communicatie? Is communicatie niet overal tegenwoordig? Een paar interessante gedachtes om over na te denken. Ignasi ging in zijn keynote over ‘Auteursrecht in een digitaal tijdperk’ uit van het begrip creatieve content.

Iedereen kan zich iets voorstellen bij creatieve content, zoals film, tv-programma’s of games. Ignasi constateerde dat er tegenwoordig steeds meer user generated content beschikbaar komt, zoals de amateurvideo’s op YouTube. Hoewel dit een aardige ontwikkeling is, heeft de media-industrie meer nodig. Er moet ook professionele content worden gemaakt. Het zou een armzalige industrie worden als deze zou ontbreken…

Creatieve content is beschermd door auteursrecht. In de meeste landen is dit weer op een verschillende manier geregeld en dat maakt het er niet gemakkelijker op. Maar kinderen moeten leren omgaan met media, ze begrijpen en ‘lezen’, in elk geval op een basaal niveau. Hij noemt dat filmgeletterdheid en stelt dat dit bij uitstek op school zou moeten plaatsvinden. Nu is dit een zeer onderbelicht onderwerp op de meeste scholen (in elk geval in Europa). Maar het is altijd lastig om iets nieuws te importeren in een schoolcurriculum.

Uit onderzoek naar de status van filmeducatie op scholen in Europa blijkt dat in de meeste landen er een politieke scheiding is tussen 1) film, 2) cultuur en 3) onderwijs. Dat staat volgens Ignasi integratie in de weg. Er is volgens hem één beleid nodig op deze gezamenlijke gebieden. Daarnaast is het essentieel dat schoolbesturen zelf mediawijs worden. Leerkrachten zelf zijn ook onvoldoende getraind hierin, evenals een ontoereikend ICT-infrastructuur op school om filmeduactie uit te voeren. Er is een enorme discrepantie tussen de privé situatie van leerlingen (mediarijke omgeving) en schoolsituatie (media-arme omgeving).

Maar wat laat je nu voor content zien op school?

Je mag het auteursrecht niet schenden, ook al is er in alle landen een uitzonderingsregel voor educatiedoeleinden. Daarmee mag je als leerkracht stukjes film vertonen, maar niet zomaar een hele film. Daar zijn (dure) licenties voor nodig. Hoewel de meeste mediamakers goodwill tonen om media voor scholen toegankelijk te maken, blijven ze in de eerste plaats nog altijd gericht op geld verdienen. Het is onmogelijk voor scholen zelf om dit soort licenties aan te schaffen en daar zou de politiek bij moeten helpen.

Op dit moment wordt er kritisch naar de mediawet gekeken en binnenkort verschijnt er een advies over eventuele hervormingen. Hopelijk komt er dan wel serieus beleid om films toegankelijk voor filmeducatie te maken. Concluderend stelde Ignasi dat nu vooral betere communicatie naar de onderwijssector nodig is over wat filmeducatie inhoudt en wat in de klas mogelijk is. We moeten leraren leren leren.

» Het onderzoeksverslag naar filmeducatie op scholen in Europa is openbaar beschikbaar

Lampen Cinekid Lessen in het donker

Project ‘Lessen in het donker’ als filmeducatie

In Vlaanderen is het succesvolle project ‘Lessen in het donker’ een mooie manier om aandacht te besteden aan filmeducatie in het onderwijs. Het project heeft volgens Tine van Dycke (mede-oprichter) de volgende doelen:

  • Jonge mensen naar de bioscoop krijgen;
  • Korte films de klas in krijgen;
  • Een breed spectrum aan filmgenres ontdekken;
  • Regisseurs ontmoeten en hun intenties begrijpen;
  • Een plek voor goede documentaires creëren;
  • Lesmateriaal aanbieden;
  • Filmdistributeurs ondersteunen.

Voor het onderwijs wordt filmeducatie erg gemakkelijk gemaakt, doordat Lessen in het donker concreet lesmateriaal levert bij voorgeselecteerde films. Elk jaar worden ongeveer 25 nieuwe films geselecteerd. Het uitgangspunt is dat leerlingen naar de bioscoop gaan om de film te zien. Tegenwoordig kijken kinderen steeds vaker films thuis, op de mobiele telefoon of op het digibord, maar een filmmaker maakt een film in eerste instantie om in de bioscoop te ervaren. Lessen in het donker stimuleert dit en heeft maar liefst 80 bioscopen in België die meewerken aan dit project.
Bij zo’n filmvertoning in de bioscoop is altijd ook een introductie gemaakt om achtergrondinformatie te geven. Daarnaast kunnen de kinderen Belgische filmregisseurs ontmoeten en in gesprek gaan over een film.

Daarnaast besteedt Lessen in het donker steeds meer aandacht aan documentaires om op een aansprekende manier waargebeurde verhalen te vertellen. Een mooi voorbeeld hiervan is de docu The Art of Becoming, waarin drie portretten worden getoond van jonge vluchtelingen in Europa. Het is bij uitstek een mooie manier om dit onderwerp in de klas te behandelen en de vluchtelingenproblematiek bespreekbaar te maken. Een documentaire maakt dat je je veel meer kunt inleven in de situatie van de ander. Een onderwerp dat de volgende spreker nog een stapje verder neemt…

Wat is mogelijk dankzij immersive learning?

Als introductie op de keynote van Joost Uitdewilligen (creatieve director TinqWise), was het mogelijk om zelf virtual reality te ervaren door middel van de Oculus Rift. Nu ben ik enigszins bekend met virtual reality, ik speel graag met mijn Google Cardboard, maar de demo van de Oculus Rift was zwaar indrukwekkend! Het was een ruimtevlucht door ons zonnestelsel, waarbij je langs alle planeten vliegt. Door de kwaliteit van de VR-bril en de interactie met de omgeving had ik echt het idee rond te zweven. Toegegeven, dat was best wel eng!

Maar deze ervaring is de kern van waar immersive learning om draait. Joost begon zijn verhaal met drie vragen:

  • Kan empathie gestimuleerd worden?
  • Kunnen we meer bewust van onszelf worden?
  • Kunnen we herinneringen op een positieve manier gebruiken?

Hij gaf het kenmerkende voorbeeld dat veel mensen worstelen met relaties. Uit onderzoek blijkt dat het succes van een relatie afhangt van de mate waarin mensen kunnen omgaan met kritiek, minachting, verdediging en tegenwerking. Op basis hiervan is een algoritme ontwikkeld dat met 94% accuraatheid kan voorspellen of relaties standhouden of niet! Waar het dus om draait is hoe je omgaat met andere mensen.

Hoe stimuleer je empathie? Hoe bereik je iemands persoonlijkheid, motivatie en motieven? Je kunt alleen gedrag veranderen wanneer je zelf iets ervaren hebt. Denk maar eens aan eigen persoonlijke veranderingen in je leven (meer bewegen, minder snoepen, stoppen met roken, etc.) Waardoor zijn die veranderingen begonnen? Door een eigen persoonlijke ervaring.

Maar deze veranderingen zijn ook kwetsbaar; vier factoren spelen een rol bij een succesvol langdurig veranderingsproces:

  • Geloven dat verandering mogelijk is;
  • Bereid zijn om de eerste stap te zetten;
  • In staat zijn om verandering door te voeren;
  • Positieve ondersteuning van anderen bij het proces.

Dit is precies wat storytelling kan bewerkstelligen. Op dit moment zijn verhalen de meest gezonde manier om mensen emotioneel te raken; je doet een beroep op herinneringen. Herinneringen voeden empathie. Storytelling in combinatie met virtual reality kan een heel krachtige manier zijn om empathie op te wekken. Dat heet emotionele inclusie. Virtual reality stelt je namelijk in staat om daadwerkelijk iemand anders te worden, zoals een vrouw, een kind, een vluchteling, etc.

Cinekid Virtual Reality

Een virtuele wereld kan ons daardoor helpen om elkaar in de echte wereld beter te begrijpen. De drie uitgangspunten voor positief ervaringsgericht leren zijn:

  • Focus;
  • Identificatie;
  • Reflectie.

Op dit moment is virtual reality met een flinke ontwikkeling bezig en worden de mogelijkheden steeds beter en interactiever. Maar ook nu al zijn er positieve effecten zichtbaar door mensen gebruik te laten maken van virtual reality, denk bijvoorbeeld aan het overwinnen van vliegangst of pleinangst.

“Kan er een groter wonder bestaan dan dat we werkelijk voor een moment door elkanders ogen kunnen kijken?” Henry David Thoreau

Gamen als brug tussen digitale media en rol van de leerkracht

Het doel van Santeri Koivisto (CEO TeacherGaming, Finland) is om een brug te slaan tussen digitale media en de rol van de leerkracht. Hij ziet games als dé oplossing voor deze kloof. Veel ouders (of volwassenen) zien games als iets gevaarlijks, omdat je in games elkaar kunt neerschieten, in brand steken, stelen, plunderen, etc. Santeri, zelf fanatiek gamer, stelt dat het meer om de mindset van games gaat.

Wat kun je zoal leren van games? Denk aan:

  • Games motiveren kinderen;
  • Games leren kinderen Engels;
  • Reactiesnelheid;
  • Hand-oogcoördinatie;
  • Ruimtelijk inzicht;
  • Probleemoplossendvermogen;
  • Kritisch denken;
  • Samenwerking.

Echter, de meeste educatie games sluiten niet echt aan bij bovenstaand lijstje. Onderstaand screenshot illustreert dit volgens mij duidelijk:

math-monster-gameplay

Santeri gebruikt het liefst succesvolle games die kinderen al kennen en waar ze al enthousiast over zijn, zoals Minecraft. Een virtuele wereld waarin kinderen zelf vrij kunnen bouwen en samenwerken. Hij ziet drie uitdagingen in het hedendaagse onderwijs:

  1. Verandering in de leercultuur van scholen.
  2. Van content consumptie naar content creatie.
  3. Een kind onderwijzen of een kind opvoeden (burgerschap).`

Leerkrachten gebruiken vaak geen games omdat ze niet goed weten hoe ze deze kunnen inzetten. Ze geven leerlingen zelden eigenaarschap, maar dit is juist essentieel voor de slagingskans. Een verkeerd voorbeeld is bijvoorbeeld de leerkracht die uren bezig is met het voorbouwen van rekensommetjes in Minecraft, terwijl het veel effectiever is om leerlingen een uitdagend probleem te geven dat ze zelf moeten oplossen, bijvoorbeeld het nabouwen van het klaslokaal en uitrekenen wat de inhoud van het lokaal is.

Hij stelt dat games, zoals Minecraft, heel dicht aansluiten bij de belevingswereld van kinderen en dat ze op die manier ook meer abstracte onderwerpen kunnen begrijpen, zoals auteursrechten. Als je probeert uit te leggen dat een filmmaatschappij niet wil dat iemand anders hun film op YouTube plaatst, dan snappen kinderen dat niet zo goed. Het is veel herkenbaarder als je het voorbeeld geeft dat een kind een dag lang een prachtig kasteel heeft gebouwd in Minecraft en vervolgens komt iemand langs en steekt het in de fik!

Daarnaast toont Santeri een interessante grafiek waaruit blijkt dat over de hele wereld kinderen het liefst media consumeren (tv-kijken, games spelen) en slechts een klein percentage (in West Europa 1%!) maakt zelf media. Hoe komt dat? Santeri heeft geen verklaring. Misschien leren we kinderen af om zelf te maken? Dat is precies ook de rode draad die de laatste spreker in zijn keynote had. Santeri sluit af met de conclusie dat games in het onderwijs niet revolutionair zijn, maar wel als catalysator kunnen dienen om leren weer leuk te maken!

‘Kinderen zijn makers, dus laat hen maken’

In de laatste keynote ‘Learning by doing’ sprak Carl Bärstad (Kids Hack Day & Quirkbot, Zweden) over de noodzaak van het ontwikkelen van betekenisvol onderwijs, iets wat hij zelf als kind had gemist. Zijn onderwijs was vol met antwoorden, in plaats van vragen. Vol met wetenschap leren, in plaats van wetenschap onderzoeken. Vol met lezen, in plaats van schrijven. Kortom, de focus ligt te veel op passief consumeren.

Carl stelt: “Kinderen zijn makers, dus laat hen maken en geef hen het recht om makers te blijven.”

Geef kinderen eigenaarschap en ze willen leren. En kinderen willen leren programmeren. Niet vanwege de motieven van het bedrijfsleven of ouders (baangarantie, economisch belang), maar gewoon omdat het leuk is en het hen enthousiasmeert.

Het onderwijs moet meer gebruik maken van de kinderlijke fantasie en de kloof tussen theorie en praktijk dichten. In de meeste onderwijssystemen ligt de nadruk erg op theoretische kennis en wordt het ook meer gewaardeerd als kinderen dit goed beheersen. Praktijkonderwijs lijkt altijd minderwaardig en irrelevant. Echter, het gebruik van fysieke materialen is nog altijd de beste manier om leerlingen erbij te betrekken (geen digitale afleiding). Carl stelt dat de meest effectieve manier om iets te leren is door het zelf te doen. En door anderen iets te onderwijzen.

Hij heeft de Quirkbot ontwikkeld, een eenvoudige open source robotje dat door kinderen is te programmeren en hacken. De term ‘hacken’ heeft wellicht een negatieve connotatie, maar de oorsprong van het woord houdt het tegenovergestelde in van passief consumeren. Iets gebruiken op een manier dat niet per se zo bedoeld is. De Quirkbot is een zeer effectieve manier om creativiteit te stimuleren en kinderen ontdekkend te laten spelen (leren).

Cinekid kinderen

Belangrijkste conclusies van de dag

In een paar minuten vatte Jessica Piotrowski na afloop van alle keynotes de middag samen. Zij concludeerde (terecht) dat alle keynotes aansloten bij de drie elementen die Matteo in het begin gaf over media-geletterdheid. Verder onderschreef ze het belang van user generated content en hoe dit een steeds grotere rol in de maatschappij speelt.

Maar ook dat er nog flink wat werk aan de winkel is! Leerkrachten zijn essentieel en we moeten hen trainen. Het is oneerlijk om van hen te verwachten dat ze alles al weten of overal bewust van zijn. Tegelijkertijd moeten we beseffen dat leerlingen zeker geen digital natives zijn, maar dat ze dit wel kunnen worden in onze rijke media-omgeving met behulp van de juiste begeleiding. Media laat hen leren én geeft hun vreugde. Hopelijk geeft het hun ook vreugde in het leren.

Het was een behoorlijk intensieve seminar met zeer boeiende en diverse sprekers. Mijn complimenten aan de organisatie en alle sprekers om mij vier uur lang geboeid te laten luisteren! De middag begon met een focus op meer traditionele media zoals film en vloeide logisch over naar virtual reality, gaming en maker educatie. Een breed spectrum, maar wel met één krachtige eenduidige boodschap: mediawijsheid is zo ontzettend nodig in het onderwijs!

Ik dank Mediawijzer.net voor de mogelijkheid om aanwezig te zijn bij Cinekid en hierover te mogen bloggen. Ik vond het een fantastische en inspirerende ervaring. Hopelijk volgend jaar weer!

» Bekijk hier mijn foto’s van het Media Literacy Seminar

Tip – De dag begon met een speciale rondleiding door het Media Lab, een fantastische ruimte waar kinderen van alle leeftijden druk bezig waren met de nieuwste snufjes op het gebied van media(producties). Zo konden ze animatievideo’s maken, aan de slag met een greenscreen, augmented reality, virtual reality, een eigen VR bril van hout maken, nieuwe apps ontdekken in het mini App Lab, 3D printen, Arduino’s programmeren, etc. Het Media Lab borrelde van de energie en het enthousiasme en deed zijn thema ‘Alice in Wonderland’ eer aan.

Laat een reactie achter

Vul je e-mailadres in om op de hoogte te blijven van reacties (je e-mailadres wordt niet gepubliceerd).

Reacties worden eerst goedgekeurd door de redactie.