De Netwerkmaatschappij deel 10: Empathie & de confrontatie met smartphones

dinsdag 2 februari 2016

Sinds een jaar of dertig publiceert Sherry Turkle over hoe mensen computers en verwante apparaten gebruiken en hoe dat hun gedrag verandert. De afgelopen vijf jaar heeft zij voor het boek ‘Reclaiming conversation’ onderzoek gedaan naar de gevolgen van het overvloedige met elkaar in contact staan via technologie. Het boek is een pleidooi om face-to-face contact met onze naasten in ere te herstellen. Met dit en het volgende artikel (deel 14) van De Netwerkmaatschappij hoop ik een beeld te geven van dit belangrijke boek.

Sherry Turkle is opgeleid als socioloog en klinisch psycholoog en is hoogleraar aan het Massachusetts Institute of Technology.

Empathie en de confrontatie met smartphones

Empathie, ook wel inlevingsvermogen, is iets dat we als het goed is allemaal al van jongs af aan ervaren hebben in de armen van onze moeder. Uit onderzoek is al langer bekend dat jonge kinderen uit hun doen raken als zij geconfronteerd worden met een moeder met een “still face”, een uitdrukkingsloos gezicht. Zij zullen dan alles doen om haar aandacht te trekken. Lukt dat niet dan worden ze in zich zelf gekeerd en depressief.

Mevrouw Turkle en andere onderzoekers denken dat dit tegenwoordig ook opgaat voor jonge kinderen die geconfronteerd worden met moeders – en vaders, en anderen – die veel tijd bezig zijn met hun smartphones (blz. 157). De stijging van het aantal kleine ongelukken op speelplekken in de VS is daar waarschijnlijk ook aan toe te schrijven. Ander onderzoek wijst uit dat bij mensen die elkaar goed kennen er meer diepgang is in de gesprekken als er geen smartphones bij zijn, dan bij gesprekken waar wel smartphones aanwezig zijn. Als er smartphones bij zijn, ligt het empathie niveau ook lager.

De daling van het empathisch vermogen ligt niet alleen aan de smartphone. Uit meta onderzoek onder Amerikaanse Studenten blijkt dat in de afgelopen 30 jaar het empathische vermogen onder hen gedaald is met maar liefst 30 percent en dat die daling goed is ingezet na 2000. Vermoed wordt dat ‘milleniale’ mix van games, sociale media, reality tv en competitie ervoor gezorgd heeft dat jonge mensen meer op zichzelf gericht zijn dan voorheen.

Dat klinkt allemaal erg negatief, maar er is gelukkig nog hoop. Eveneens in de VS is onderzoek gedaan naar het effect van het niet beschikbaar zijn van smartphones tijdens een zomerkamp voor 51 jonge kinderen. Het bleek dat deze kinderen beter in staat waren om gezichtsuitdrukkingen juist te interpreteren (en dat dus hun empathisch vermogen gestegen was) dan de kinderen van de controlegroep. Sowieso genoten de kinderen tijdens het kamp van de rust en het direct contact met elkaar. Een teken dus dat het goed kan zijn om soms de smartphone even aan de kant te leggen en bewust aanwezig te zijn in je directe omgeving, met je naasten óf gewoon met jezelf.

Kunnen we nog wel echt ‘alleen’ zijn?

Alleen kunnen zijn (solitude) versterkt het idee van wie je bent, houdt verveling op een afstand en vormt de basis voor empathie. Als je echter ziet hoeveel mensen te pas en te onpas hun telefoon grijpen zoals een cowboy zijn gun, dan moet je wel concluderen dat die mensen slecht tegen alleen-zijn kunnen. De verveling lijkt meteen toe te slaan. En dat is erg, want: alleen als je een duidelijk idee van jezelf hebt, kun je je voorstellen hoe het is een ander te zijn.

“Zonder empathie kunnen we niet begrijpen welke impact we hebben als we iemand pesten want we zien de ander niet als iemand zoals we zelf zijn.” – Komiek Louis C.K.

Technologie betovert ons, maar is tegelijkertijd een spelbreker

Liefde en vriendschap vragen om samenzijn, spelen en praten met anderen en stellen ons ook beter in staat alleen te kunnen zijn. Met andere woorden: het alleen kunnen zijn en het vermogen vrienden te kunnen maken en lief te hebben versterken elkaar. Technologie is maar al te vaak de spelbreker. Alleen zijn kunnen we nauwelijks meer, we gunnen onszelf weinig tijd voor zelfreflectie.

Technologie betovert ons. We (gaan) denken dat het altijd verbonden zijn ons minder eenzaam zal maken. Maar we vergeten één belangrijk risico. Het is namelijk juist andersom: als we niet in staat zijn alleen te zijn, dan zullen we eerder eenzaam zijn. En als we onze kinderen leren alleen te (kunnen) zijn dan kunnen ze eenzaamheid beter aan.

Conclusie

Turkle maakt in ‘Reclaiming conversation’ duidelijk dat ons overvloedige gebruik van de smartphone – in het verkeer, op het werk, ten opzichte van onze naasten en helemaal van onze kleine kinderen –  schadelijk is voor ons empathisch vermogen. Niet door het gebruik zelf, maar omdat we te weinig tijd overhouden om een idee te krijgen van onszelf en daardoor ook van de ander. Smartphones en andere media hoeven zeker niet de prullenbak in, maar het is wel zaak om met één been in je fysieke omgeving te blijven staan.

Het is te vroeg voor een algemene conclusie, maar voorlopig kunnen we vaststellen dat – willen we respectvol met elkaar om kunnen gaan – we goed met onszelf moeten kunnen omgaan, met onze eigen gedachten. En dat is moeilijk als je dat niet al vroeg, in een veilige omgeving, geleerd hebt. Dus leg af en toe even de smartphone weg en laat de ‘verveling’ toe!

» Lees hier de eerdere delen uit De Netwerkmaatschappij

Laat een reactie achter

Vul je e-mailadres in om op de hoogte te blijven van reacties (je e-mailadres wordt niet gepubliceerd).

Reacties worden eerst goedgekeurd door de redactie.