Beeldschermkinderen? Ouders weten niet zo goed wat ze ermee aan moeten

woensdag 17 december 2014

Ouders ervaren het opvoeden meer als vallen dan als opstaan, zo lieten twee recente onderzoeken naar de opvoedbeleving van Nederlandse ouders zien. Vooral het gebruik van de media door hun kinderen is voor veel ouders een lastig onderwerp. Wat we dus vooral nodig hebben zijn initiatieven die zich richten op het versterken van de opvoedcompetenties van ouders. En nu het jeugdstelsel ingrijpend verandert, is de tijd rijp om bruggen te slaan tussen professionals in het onderwijs, het jeugdbeleid, de zorg en de gezinsondersteuning.

Vragen over media staan bij ouders bovenaan het lijstje. Wat moet je doen als zoon of dochterlief de hele dag bezig is met de smartphone of gameconsole? Hoe zorg je ervoor dat je kind bij het huiswerk maken niet constant wordt afgeleid door bliebjes en flitsende beelden? Deze vragen blijken lastiger dan de meer traditionele opvoedvragen als  in ‘hoe geef ik mijn kind zijn eigen verantwoordelijkheid?’, ‘gaat het wel goed op school?’ of ‘hoe zit het met de gezondheid?’ aldus  recent gepubliceerde onderzoeken van het Nederlands Jeugdinstituut (NJi) onder ouders met kinderen tot 12 jaar en van H&S Consult onder ouders met pubers en jong volwassenen (in opdracht van Opvoedinformatie Nederland).

» Download het onderzoek Opvoeden met media – Een verkennend onderzoek naar ‘lastige’ opvoedsituaties en het gebruik van opvoedingsondersteuning bij ouders met kinderen tot en met 12 jaar

Veel ouders zijn bezorgd over de veiligheid op het internet, vinden het lastig de leeftijdsclassificaties van Kijkwijzer of PEGI in het dagelijks reilen en zeilen van het gezin te hanteren, en hebben moeite met het selecteren van geschikte media (vooral als ze kinderen van heel verschillende leeftijden hebben).

Beeldschermverslaving grote zorg

Maar boven alles maken ouders zich zorgen over de hoeveelheid tijd die kinderen met media willen doorbrengen. Al bij heel jonge kinderen hebben tablets en smartphones een onwaarschijnlijke aantrekkingskracht, merkt ruim een kwart van de ouders. Bij basisschoolkinderen en middelbare scholieren neemt deze fascinatie nog verder toe: minstens de helft van de ouders vindt dit een lastig punt. Sterker, sommige ouders van pubers zeiden zelfs dat ze geen alternatief wisten voor het overmatige mediagebruik. Dus laten ze het maar zo.

Ouders die het omgaan met media het meest lastig vinden, twijfelden dan ook het meest aan hun eigen opvoedingsvaardigheden. Ze denken dat ze minder goede opvoeders zijn en hebben de meeste behoefte aan steun.

Ook professionals zoeken nog naar antwoorden

Dat ouders moeite hebben met het gebruik van media in het gezin is niet heel verwonderlijk. Media zijn overal: niemand kan niet meer zonder computer, smartphone en televisiescherm. Alles gaat digitaal en kinderen krijgen met de paplepel ingegoten dat media er gewoon bij horen. Er is een enorm aanbod van vermakelijke, leerzame, interessante of nuttige apps, games, websites en programma’s voor kinderen en het gezin. Als ouder wil je graag het beste voor je kind, dus wil je ook dat je kind van die media gebruik maakt. Maar hoe doe je dit alles met beleid? En bij wie kun je als aankloppen voor advies? De leerkracht op school, de huisarts, de bibliothecaris, de pedagogisch medewerker, de medewerker van het opvoedbureau of het Centrum voor Jeugd en Gezin, of opa en oma? Helaas hebben die mensen vaak dezelfde vragen, zo weten we uit onderzoek.

Er ligt dus een belangrijke taak voor professionals die ouders ondersteunen bij het opvoeden. Immers, als kinderen van jongs af aan goed met media leren omgaan neemt de kans op risico’s op latere leeftijd af. Sterker nog, media kunnen dan juist een positieve bijdrage leveren aan de ontwikkeling van kinderen. Gelukkig hebben deze professionals de afgelopen jaren niet stil gezeten. Uit een inventarisatie van het NJi (in opdracht van VWS) blijkt dat er een keur aan informatie is voor ouders en leerkrachten. Er zijn vooral heel veel lespakketten en andere initiatieven waarmee kinderen mediawijs gemaakt kunnen worden. Maar voor professionals in de opvoedingsondersteuning zijn er nog relatief weinig goede materialen en diensten. Daar zal in de toekomst meer in geïnvesteerd moeten worden.

Pak opvoedingsondersteuning integraal aan

Wat we dus vooral nodig hebben zijn initiatieven die zich richten op het versterken van de opvoedcompetenties van ouders. Platte informatie alleen gaat niet helpen, net zo min als ouders wijzen op alle gevaren en risico’s bij sociale media als cyberpesten, grooming, sexting et cetera. Daar worden ouders alleen maar onzekerder van. Het is belangrijk dat mediawijsheid een integraal thema is in de begeleiding van kinderen en ouders.

Het onderwijs en de lokale opvoedingsondersteuning (pedagogische professionals uit het welzijnswerk, jeugdhulp, cultuur en sport) kunnen hierin nauw samenwerken. Het is van belang dat informatie en kennis over media wordt vertaald naar concrete tips over hoe ouders hiernaar kunnen handelen bij het opvoeden van hun kind. Oftewel: dat er een pedagogische component wordt toegevoegd aan bestaande mediawijsheid.

Transitie jeugdzorg: de tijd is rijp

Dit vraagt ook om bruggen slaan tussen de professionals in het onderwijs en het jeugdbeleid en die in de zorg en de gezinsondersteuning. Nu het jeugdstelsel met de transitie en transformatie ingrijpend verandert, is de tijd hiervoor rijp. Op landelijk niveau vraagt dit om meer aandacht voor mediawijsheid in de pedagogieopleidingen, zodat we goed opgeleide mediapedagogen krijgen. Maar ook op gemeentelijk niveau zijn nu al stappen te zetten. Werk aan een gedeelde visie op gezond opvoeden en opgroeien, creëer een helder financieel kader, en verbindt vanuit die visie het onderwijs-, zorg-, jeugd- en cultuurbeleid. Zorg er als gemeente voor dat pedagogische professionals ingezet kunnen worden om de verbinding te maken tussen die werkvelden.

Laat een reactie achter

Vul je e-mailadres in om op de hoogte te blijven van reacties (je e-mailadres wordt niet gepubliceerd).

Reacties worden eerst goedgekeurd door de redactie.